Twee leeuwen op Hoog Catharijne

In Analyse, Nieuws door HB3 Reacties

In utiliteits-architectuur is meestal niet veel ruimte voor verbeelding en avontuur, ook niet in het Utrechtse stationsgebied. (TiVre als cultuurtempel opvallende uitzondering op de regel.) Een creatief idee kun je in vogelvluchtperspectief vaak nog wel onderscheiden – denk aan het bollendak boven het plein, de golf in het station of de gekke stapeling van zalen in TiVre. Maar met je neus er bovenop is de speelsheid weg. Dan rest slechts functionaliteit. Soms luxueus, maar altijd zakelijk. De wereld van het koele glas, het grijze staal, het glimmende rvs, het donkere natuursteen en de witte kunststof. De human touch, het speelse: daar moet je zelf maar voor zorgen tijdens het gebruik. Je kunt altijd nog ergens een theepot op een dak zetten.

Des te aandoenlijker is het gesleep met kunst sinds de Grote Verbouwing in het Stationsgebied begon. Het beeld genaamd “Verkeer” van Charles Eyck uit 1939 dat bij de bagagekluizen in de oude hal wachtte op een betere bestemming, kon kennelijk ProRail en zijn architect niet bekoren en is na oplevering van de OV-terminal naar het Spoorwegmuseum verbannen. Omgekeerd: het nostalgische blauwe bord in de stationshal komt uiteindelijk toch digitaal terug. (Weliswaar geen kunst maar toch een overwinning voor de menselijke maat!)
De Art Nouveau-kariatide die eerder nogal liefdeloos in Vredenburg was ingemetseld is gelukkig fraai in ere hersteld bij de ingang van het restaurant van TiVre. (Met de twee smeedijzeren poorten wist men echter minder goed raad.) Een geluidswerende wand van Peter Struycken, achter het voormalige postexpeditieknooppunt, was met lelijke graffiti volgespoten en met beeldschone klimop volgegroeid, maar is vervolgens door NS roemloos met de grond gelijk gemaakt omdat hij in de weg stond. “Zeelandschap” van David Vandekop op het Smakkelaarsveld moet straks in het nieuwe miniparkje aldaar ingepuzzeld worden, wat nog een hele opgave wordt met al die elementen. De beroemde verzekeringsengel is na wat heen en weer gesleep terecht gekomen op een hoek van TiVre waar ze het pleingedruis minzaam beschouwt. En ga zo maar door.

Hoe anders was het toen Levensverzekeringsmaatschappij “Utrecht” in 1902 zijn hoofdkantoor aan de Leidsche weg liet bouwen. Een paleis als verzekeringskantoor! De nieuwe eeuw ging met veel elan van start en dat materialiseerde zich. Twee zogenaamde chimaerae, fantasiedieren uit de Griekse mythologie, sierden daar ooit de daklijst en flankeerden de neonreclame. De gemeente wil deze nu terugplaatsen. Dit plan komt niet uit de lucht vallen. Jan van Zanen wilde in zijn tijd als wethouder al aandacht voor dit verloren cultuurgoed en is nu als burgemeester er weer op gespitst. In de plint van Hoog Catharijne moet De Utrecht worden herbeleefd. Tot voor kort was dat met een mupi op de stoep. Dat was nogal schamel. Straks, na de Grote Verbouwing, wordt een tandje bijgezet en kiest men voor het terugplaatsen van twee grote dierenornamenten.

We zijn in Het Utrechts Archief gedoken om te zien waar het nu eigenlijk om draait. Voila: twee leeuwen met vleugels. BU denkt dat ze aan een ijsje likken maar dat zal het wel niet zijn. Ze zijn stoer en toch ook wel aaibaar.

Wat vinden we van deze retrofit op Hoog Catharijne? Moeten we dat willen? Die arme architect heeft hard gewerkt aan een superstrak ontwerp met veel zwart en glas, zegt de opdrachtgever: ‘Oh ja, was ik vergeten, dit hadden we nog liggen…’

De Welstandscommissie wil niet flauw doen en vindt het een goed idee. BU vindt de leeuwen mooi maar heeft bedenkingen over het plan. Als de leeuwen worden geplaatst op de exacte plek als waar ze ooit op het dak stonden, dan is het een geslaagd eerbetoon. Dus niet ergens anders waar het toevallig beter uitkomt. (De beelden in en op TiVre hebben daar historisch gezien niets te zoeken.)

Nog mooier zou het zijn als op de dode zwarte HC-gevel de façade van De Utrecht zichtbaar gemaakt zou worden. Al was het alleen maar als een nachtelijke projectie met laserstralen. Hoe cool zou dat zijn!

We hebben bij de gemeente gevraagd om een extra toelichting op het plan. Zodra dat arriveert voegen we dat hier toe.

Update: we hebben enkele beelden ontvangen van de gevel met daarop de beelden. Deze zijn gepland op de plek waar ze bij benadering stonden. Zie dit artikel.

Hoek met nieuwe entree van HC

Uit de notulen van de Welstandscommissie van 6 augustus:

E2 Stationsplein [Stationsgebied](Ont) Voorstel ‘De Utrecht in de plint’
Aanvraag: gemeente Utrecht
Twee beelden afkomstig van het voormalige gebouw ‘De Utrecht’, gesloopt vanwege de komst van Hoog Catharijne en het station, worden boven een nieuwe entree van Hoog Catharijne geplaatst. Voor de sokkel van de zogenaamde Chemera’s zijn twee mogelijkheden voorgesteld; een voetstuk onder de beelden zelf of een langwerpige sokkel die beide beelden ondersteunt. Daarnaast wordt de keuze gegeven om ze in het materiaal van de onderbouw uit te voeren, of in een materiaal vergelijkbaar aan de beelden zelf.
Conclusie
De commissie reageert positief op het initiatief, en adviseert zelfstandige en in materiaal overeenkomstige sokkels onder beide beelden, 20/30 cm teruggeplaatst van de rand.

“Verkeer” van Charles Eyck, nu in het Spoorwegmuseum

Kariatide van “De Utrecht” van Joseph Mendes da Costa, nu in TiVre ingepast

De “Verzekeringsengel”, beeld van Henri Scholtz, nu op de hoek Vlaamse Toren en Hollandse Toren

Een van de elementen van Zeelandschap van David Vandekop.

Geluidsmuur van Peter Struycken, langs de Kruisvaart, in 2011

Demasqué van PéPé Gregoire, geplaatst naar aanleiding van de opening van het Beatrixtheater, is naar Scheveningen afgevoerd

Een van de werken op het oude Jaarbeursplein dat in Beeldenpark Croeselaan een nieuw onderkomen heeft gevonden

Nu we het er toch over hebben, zijn er eigenlijk nog nieuwe, blijvende kunstprojecten in het stationsgebied gepland? BU keek op kunstinhetstationsgebied.nl, maar dat is in 2016 comateus geworden. Dat ging vooral om performances.
En waar is de Celestial Theepot? Nog steeds op een tijdelijke plek op een parkeergarage, een beetje weggedoken.
Die nepkraan langs de trambaan is wel over zijn houdbaarheidsdatum heen, vindt BU.
Beeldenpark Croeselaan is een nobel initiatief, maar o o al die halfdode bomen daar, veel te veel mee rondgesleept.
Het waterwerk op het Stationsplein is meer een zitbank. Niet verkeerd maar aan de andere kant getuige van weinig ambitie, terwijl deze plek juist een brutaal accent aan kan dat een lange neus trekt tegen commercie er omheen.
Mozaïekplein Vredenburg is wel ambitieus en degelijk qua uitwerking, als we de hooggespannen verwachtingen even vergeten.
Het bord met de natuurnieuwtjes boven de stationspassage is grappig, maar ook wel een akelige reminder hoe ver we inmiddels van die natuur afstaan.

Misschien kan de lezer van BU nog wat kunstinitiatieven noemen die een vermelding waard zijn.

Reacties

  1. Nabel

    Wat een hoop geklaag van BU zeg. Wat is er mis met een mooie herbestemming voor een kunstwerk? Het kan toch niet voor altijd op de plek staan waar het ooit voor bedoeld was? Veranderen hoort bij het leven, als je niet veranderd ben je dood. Als we hetgeen er nu staat uiteindelijk maar mooi vinden toch? En als een kunstwerk z’n beste tijd heeft gehad dan moet het weg, niet te lang over piekeren, we kunnen nou eenmaal niet alles bewaren. Dat zal ook zo zijn met nieuwe kunstwerken in de toekomst.

    1. Auteur
      HB

      Het is niet alleen maar geklaag, hoor. (Het is maar wat je wilt lezen.) Het is met name de wijze waarop dingen gaan dat BU verbaast. Veel kunst wordt met publiek geld gefinancierd en wordt in de publieke ruimte getoond. Alle reden om het kritisch te volgen wat “men” vervolgens met deze kunst doet. Soms lijkt het wel alsof het als een hete aardappel heen en weer wordt geschoven. U zegt dat kunst weg kan? En wie besluit dat dan? Dan komt het ergens in een hoekje van een depot te staan. Want kunst vernietigen, dat kan dan weer niet, tenzij de (levende) kunstenaar ermee instemt.

  2. Auteur
    HB

    Het is opmerkelijk hoeveel publieke reacties er zijn op het vertrek van de walvis uit de Catharijnesingel. Mensen zijn er gehecht aan geraakt. Het bewijst dat het niet onmogelijk is om een aansprekende, royaal uitgevoerde kunstuiting op een opvallende plek in het stationsgebied te zetten dat de burger wel in zijn hart sluit. Het gaat om het verhaal plus de verbeelding ervan. Hier klopte het gewoon allebei.

Reageer