L’histoire se répète, maar immer op onnavolgbare wijze. We willen je op twee interessante artikelen wijzen. Allereerst een mooi stukje geschiedschrijving van Arjan den Boer, in de DUIC-krant. Hij duikt in het neo-barokke ontwerp van Sybold van Ravensteyn uit de late jaren dertig, dat in 1975 zo jammerlijk ten onder is gegaan. De Boer kijkt naar de huidige hal en vindt ook veel gebogen lijnen. Maar terwijl Van Ravensteyn een theaterwereld schiep maakt Benthem Crouwel er een industrielandschap van. Veel meer interessants voor de monumenten-liefhebber op www.arjandenboer.nl.
Ook leuk is het artikel waarin NRC de architect van het nieuwe Bredase station interviewt. Koen van Velsen legt uit dat hij “geen icoon wilde bouwen, maar een gebouw dat overloopt in de stad”. Dat is nou jammer. Als Utrecht hem had aangezocht voor het stationsgebied, dan hadden we ook niet zo moeilijk hoeven doen! Terwijl Utrecht na het HC-debacle het stationsgebied moeizaam ontrafelt, bouwt deze Brabantse stad zijn eigen HC. Een grote publieke kamer voor Breda, staat er boven het stuk. Het lijkt wel een echo van Hertzberger. En het vreemde is dat wanneer je op (HSL-) station Breda uitstapt je een overweldigend gevoel krijgt van luxe, door de maatvoering en het materiaalgebruik. “Ben ik in Nederland?” Dat idee. Een luxegevoel dat in Utrecht ontbreekt. Wacht, als je op de gemoderniseerde Utrechtse perrons staat, maken het licht en de ruimte wel indruk. Ook een vorm van luxe. Als over pakhembeet vijfduizend jaren archeologen opgravingen doen naar de Nederlandse treinstations die in het derde millennium in gebruik waren, zullen ze zich er danig het hoofd over breken omdat er esthetisch geen touw aan vast te knopen valt. Ze zullen concluderen dat er twee heersende culturen waren: de cirkelcultuur en de blokjescultuur.
Fijn voor ons. Zo is er is altijd wel wat om je over te verbazen.
Reacties
Nou sorry, maar het nieuwe station van Breda wordt allerminst goed ontvangen. Zie ook: http://www.bndestem.nl/regio/breda/treinreizigers-station-breda-is-een-onoverzichtelijke-betonnen-bak-1.6060331
In mijn ogen ook terecht. Weliswaar mooie materialen, maar in wat een waardeloze setup. Doodlopende hoeken, weinig zonlicht. Weinig intuitieve routing en ‘entrees’ naar de ter zake doende plaatsen in het gebouw. En dat óók nog eens icm slechte bewegwijzering.
Op Utrecht had de afwerking van het dak – zowel aan de binnen- als buitenkant – echt anders gemoeten. Gegeven het aantal reizigers dat door van en naar dit station reist en er gebruik van maakt voor het overstappen, is de luchthaven achtige terminal opzet wat mij betreft meer dan geslaagd.
Als hobbyist vind ik het prachtig. Onnederlands gebouw door het gebruik van hele goede materialen. Ik schreef het toe aan de bourgondische invloed van België of Noord Brabant zelf. En ik vind het prachtig dat je juist een beetje kunt verdwalen in het station. Niet van die functioneel ingerichte ruimtes, maar ik snap dat andere gebruikers daar anders over denken. Zeker als je haast hebt. Verder heb ik het idee dat de gang met de trappartijen van beide kanten doorgebroken kan worden als het echt nodig is.
Ach ja, de industriële “hangar” met zijn goedkope afwerking… Ik kom er nu een aantal maanden dagelijks doorheen en neem zo nu en dan de tijd het geheel wat meer in me op te nemen. Mijn conclusie, ik vind hem geslaagd en ik vind hem mooi!
Jazeker, ik vind hem mooi. Wat ik er mooi aan vind zijn de mensen, het licht en de lichtjes. Het is een van de drukste plekken van het land, dat op zich is een visueel spektakel en het gebouw geeft daar ruimte aan. Dat gebeurt in een ruimte die in vier richtingen een visuele verbinding naar buiten heeft, je kunt de wolken zien, je kunt de bomen zien, je kunt de treinen zien rijden. En wat ik echt mooi vind zijn de vele, vele gekleurde lichtjes die over de hal verspreid zijn. Functionele lichtjes, zoals het rood / groen van de roltrappen en het blauw van de bewegwijzering. Decoratieve lichtjes, zoals bij de ingang van de trappen. En commercieel lichtjes, de gekleurde belettering en logo’s van de winkels, de reclame borden.
Het grijs van wanden, vloer en dak trekt zich bescheiden terug om ruimte te bieden aan dit visuele spektakel. Natuurlijk, wie de hal probeert te beoordelen zonder oog te hebben voor wat er zich in afspeelt ziet een saaie grijze ruimte. Maar is dat niet juist waar het om gaat? Dat het niet een dode sculptuur is, maar een gebouw dat ruimte biedt voor leven en dynamiek en daar zijn schoonheid aan ontleent!
Nu de zuidzijde af is begint de lichtwerking ook beter te worden.