Het college vertoont uitstelgedrag ten aanzien van de volgende stap in het stationsgebied, zo lezen we in een recente commissiebrief. Over wanneer men deze visie zal presenteren blijft men vaag. BU doet een voorstel over hoe men dit het beste kan aanvliegen.
Quote uit de brief van 16 dec. jl.:
Met deze brief wil ik u informeren over de voortgang van de besluitvorming over de stedenbouwkundige hoofdlijnen van fase 2 Stationsgebied. In de bestuursrapportage van mei 2014 hebben wij aangegeven dat de besluitvorming over de ruimtelijke uitgangspunten voor fase 2 eind 2014 zou kunnen plaatsvinden.
Wij hebben dit najaar enkele keren collegebespreking gehouden over de voorliggende vraagstukken in de ontwikkeling van fase 2. Hierbij hebben wij fundamenteel gesproken over fase 2 van het Stationsgebied. De ontwikkeling van het Stationsgebied tot nu toe is gebaseerd op het Masterplan Stationsgebied (2003) en het structuurplan Stationsgebied (2006). De ontwikkelingen van het Stationsgebied zijn in vorige periodes in gang gezet. Het college wil dit moment benutten om te bezien of er naast het doortrekken van beleidsuitgangspunten ook op onderdelen aanvullingen noodzakelijk zijn en wil iets meer tijd uittrekken om hierover na te denken. De toevoeging van het thema gezonde verstedelijking en de verdere uitwerking van het thema duurzaamheid voor fase 2, maar ook de verkregen inzichten uit de consultaties van stakeholders geven daarvoor nieuwe aanknopingspunten. Fase 2 van het Stationsgebied moet een volwaardig onderdeel van het vergrote centrum van Utrecht worden en hier een complementaire invulling aan geven. Een belangrijk vraagpunt is welke rol de (auto)mobiliteit in het toekomstige centrum zal vervullen en wat dit betekent voor de vast te stellen stedenbouwkundige uitgangspunten voor fase 2.
Het college zal begin 2015 met nadere informatie komen over het vervolgproces en haar visie.
We zien hier de worsteling met bereikbaarheid en luchtkwaliteit. Tel maar eens op:
– lopende rechtszaken en hoger beroepen van bestemmingsplannen van Jaarbeurspleingarage en bioscoop,
– roep om second opinion financiering Jaarbeurspleingarage,
– kwetsbaar co-creatieproces rondom verbreding van de Van Zijstweg en belangen Rabobank en Jaarbeurs,
– haperende bouwplannen voor de kantoorontwikkeling op Westflank-Noord, waaronder een grote, deels ondergrondse garage
– niet aflatende druk van bewoners Lombok om een tunnel onder het Westplein aan te leggen,
– complexiteit invoering milieuzone,
– nog onbekende effecten invoering verkeersknijp en verkeersreconstructie Paardenveld, Wijk-C en Noord-West,
– frustratie rondom noodzaak grote ondergrondse garage Entreegebouw,
– kans op falend NSL en dreiging EU met bouwstop,
– autonome ontwikkelingen rondom veranderend gebruik en bezit van auto en fiets.
Let wel, de brief heeft het over een toezegging om begin 2015 met informatie over het vervolgproces te komen. Dat betekent nog lang geen uitgekristalliseerde visie.
Oldenborg haalt op nieuws030 fijntjes aan dat de raad al jaren geleden met een motie heeft aangedrongen om uiterlijk vóór 1 januari 2014 met een uitgewerkt plan voor de structuurvisie fase 2 te komen. Behalve gesprekken met stakeholders is er nog niets te zien van een hoofdrichting. Dit jaar komt daar bovendien de reorganisatie van de afdeling Stadsontwikkeling en de opheffing van de projectorganisaties bij – dat helpt ook al niet.
De kans is groot dat in het Westelijk stationsgebied langdurige tijdelijkheid ontstaat. Jaarbeurs, Rabobank, het Rijk, de politiek en kleinere partijen zullen aandringen op duidelijkheid. Als burger, forens en passant heb je weinig te willen – je ondergaat het maar.
We denken dat het college er goed aan doet cu2030 als koepelbegrip zo snel mogelijk af te ronden, maar uiterlijk op 1 januari 2020, als het oostelijke gebied zo goed als klaar is. Schrijf een nieuw Programma Croeselaan/Merwede/Westplein. De rol van de gemeente is daarin veel bescheidener, faciliterender, vooral gericht op creëren van de juiste voorwaarden zoals een goede infrastructuur. Dat nieuwe Programma kent lossere fasen, zodanig dat de organisatorische vervlechting minimaal is en ze elkaar ook niet in gijzeling kunnen houden. Dat programma maakt geen onderscheid tussen tijdelijkheid en eindbeeld, beiden zijn valide uitkomsten van dynamische processen die beogen een leefbare, aantrekkelijke en economisch sterke stad te maken. Dat Programma moet veel flexibeler zijn dan het in beton gegoten oude Masterplan. Het erkent organische gebiedsontwikkeling en verandering als leidende principes. De doelstellingen moeten zijn verwoord in rol, functie, kwaliteit en nut van de diverse deel-ontwikkelingen.
In simpele taal: je realiseert dat waar behoefte aan is en waarvoor initiatiefnemers zich melden.
Vergelijk de aanpak van de contracteringsstrategie van het Zuidgebouw, maar dan in een groot gebied. In genoemde brief wordt het zo beschreven:
Het college kiest voor de ontwikkeling van het Zuidgebouw en kiest voor het voorkeursscenario waarin een bredere gecombineerde bestemming met onder andere kantoren, wonen en leisure mogelijk wordt gemaakt. Het Zuidgebouw wordt nu, met deze keuze voor het voorkeursscenario, nogmaals bekrachtigd. Het is nu aan de markt om hier de meest optimale invulling op deze plek te maken.
Het is eigenlijk maar een klein project. Maar daarbinnen heeft de ontwikkelaar veel creatieve vrijheid. Uit het grote aantal geïnteresseerde partijen blijkt dat men dit een aantrekkelijk aanpak vindt, zelfs als er enige externe tijdsdruk is. Als in februari de eerste biedingen binnen komen, zullen we weten of het ook financieel haalbaar zal zijn. Indien niet, dan komen er alleen perronkappen. Voor het succes van het gebied zijn beide uitkomsten goed.
Reacties
Het wordt duidelijk tijd om eens wat eisen te durven stellen aan kwaliteit en capaciteit van het openbaar vervoer. Want wat is de lol van bouwen in een stationsgebied als het spoor niet intrinsiek bereikbaarheid met zich mee brengt?
Hoe dat er uit ziet? Begin eens met zeven dagen per week, 18 uur per dag, minstens zes keer per uur rijden op de Randstadspoor-lijnen Houten – Woerden, Driebergen – Breukelen en Utrecht – Soest. Bouw een transferium Lage Weide pal naast afslag 7 van de A2: daar vandaan ben je met de trein een stuk sneller in het centrum dan als je de slalom via Wolfgang Pauliweg moet volgen. Dan nog een paar plannen voor uitbreiding van het tramnet afstoffen. En zie: je hebt gelijk een stuk minder last van uitlaatgassen of behoefte aan dure ondergrondse garages 🙂
In de laatste luchtkwaliteitskaartjes is Lombok de enige “rode vlek” in de stad. Deze rode vlek impliceert dat de luchtkwaliteit er van hetzelfde niveau is als bijvoorbeeld bij het knooppunt Lunetten. Lekker fris dus. Prima dat er goed naar de mobiliteit wordt gekeken maar het gaat allemaal zo traaaaaag. Zou graag van het college willen weten welke datum ik in de agenda kan noteren om eindelijk met een bootje van de Munt naar Paardenveld te kunnen varen (via de korte route:-)).
Daarbij zou ook nog de berichtgeving van gisteren een rol moeten spelen. De leegstand van kantoren in Utrecht is in 2014 met 3% gestegen, het hardst van alle grote steden.
http://www.nu.nl/utrecht/3968777/leegstand-kantoren-gestegen-in-utrecht.html