Welstand negatief over laatste ontwerp Catharijneknoop

In Nieuws door HBReageer op dit artikel

Op 5 juni heeft de Welstandscommissie voor de zoveelste keer op rij de degens gekruist met architect Zaaijer namens de architectenbureau’s van Corio. We hadden al gerapporteerd dat de meest recente uitwerking geen goedkeuring kon krijgen. Na de klik het verhaal uit de droevig stemmende meeting van 5 juni in de eigen woorden van de commissie. We citeren alvast de laatste zin uit het lange betoog:

De commissie is van mening dat voorliggend ontwerp niet voldoet aan redelijke eisen van welstand en zij adviseert hierover negatief.

[integrale quote uit verslag:]

D2 Hoog Catharijne – Binnenstad 12-04454
(Ont) Aanvraag omgevingsvergunning voor het vergroten van het winkelcentrum en het bouwen van een poortgebouw over de toekomstige Catharijnesingel
Aanvraag : Corio Vastgoed Ontwikkeling
Ontwerp : Altoon + Porter Architects / Van den Oever Zaaijer & partners
(Zie notulen 12/02, 09/09 en 02/12 2008, 19/01 [30/03] en 07/12 2010, 10/05 2011 en
10/04 2012)

De planbehandeling vindt plaats in aanwezigheid van mevrouw Wijtmans van de Projectorganisatie Stationsgebied (POS).
Aan de herontwikkeling van het Stationsgebied ligt de ambitie ten grondslag het terugbrengen van de Catharijnesingel en de beleving daarvan. Tegelijkertijd moet de samenhang tussen de oude binnenstad en het nieuwe centrum worden versterkt, waarbij de nieuwbouw aan de oostzijde van de Catharijnesingel zich voegt in het historisch weefsel van gesloten bouwblokken en stegen en het nieuwe centrum een duidelijke route naar het station biedt. De ambities zijn uitgewerkt in stedenbouwkundige randvoorwaarden en uitgangspunten. De Commissie Welstand en Monumenten moet op basis van dit stedenbouwkundig kader en de algemene welstandscriteria beoordelen of de architectonische uitwerking een goede vertaling is van de uitgangspunten en de ambities in voldoende mate waarmaakt. Naar aanleiding van de vorige planbehandeling is het plan aangepast.

Architect Zaaijer geeft een toelichting. Het ontwerp voor het Poortgebouw is verder aangescherpt. Kenmerkend is de huid, een weefsel van aluminium en glas met een eigen expressie en textuur, waarvan het kleurenpalet nog aan de commissie wordt voorgelegd. Deze is nu buiten de Stadskamer tot op maaiveld doorgetrokken. Aan de zijde van de Stadskamer is de huid lager doorgezet, waardoor de opening met winkelprogramma is verkleind en het Poortgebouw zich ook hier volgens de architect presenteert als een gebouw dat zich vanaf het maaiveld opricht en zich vanuit de Stadskamer daarbuiten voortzet. In de balustrades langs de winkelpromenade is de huid eveneens toegepast en na sluitingstijd sluit hetzelfde weefsel de opening op maaiveldniveau af. De Stadskamer verbindt de buiten- en de binnenwereld. Deze wordt voorzien van een natuurstenen vloer, waarin de kleur van de bestrating in het buitengebied is overgenomen. Overeenkomstig de wens van de gemeenteraad versterken openingen in de vloer de beleving van de singel eronder en zorgen deze voor daglichttoetreding op de Catharijnesingel. De openingen zijn voorzien van glas in verhoogde elementen die bruikbaar zijn als podium of zitplaats, waardoor de Stadskamer fungeert als multifunctionele ontmoetingsruimte.

Ingangen naar parkeergarages, kantoren, winkels en het hotel in het Poortgebouw bevorderen de levendigheid onder de overbouwing. Een zorgvuldig lichtplan en geluidabsorberende panelen moeten bijdragen aan een positieve beleving van de onderdoorgang. Een grote opening halverwege de onderdoorgang, verbijzonderd met een object van metaal en glas, zorgt voor daglicht. De Clarenburghoek vormt het scharnierpunt tussen de binnenstad en het nieuwe centrum. Onder voorbehoud van technische uitvoerbaarheid krijgt de hoek meer massa, waardoor dit gebouw zich steviger aan het maaiveld hecht. Toepassing van schubsgewijs geplaatst natuursteen in een lichte tint onderscheidt de uitbreiding van Clarenburg – het V&Dgebouw – van het Entreegebouw aan de andere zijde van de passage, terwijl deze kleurstelling goed aansluit bij de moderne bebouwing aan de Rijnkade. Het plafond van de passage is afgevlakt ten opzichte van de eerdere voorstellen, visueel los van de gevels gedetailleerd en bestaat uit translucent glas.

Reactie van de commissie
De commissie is van mening dat de voorgestelde aanpassingen op onderdelen tot verbetering hebben geleid. Toch wordt gemeend dat de totale architectonische uitwerking nog onvoldoende aan de stedenbouwkundige uitgangspunten tegemoet komt zoals bij eerdere planbehandelingen meermaals is aangegeven. In deze uitgangspunten ligt besloten dat stedenbouw en architectuur samen tot uitdrukking komen in stevige blokken met een eigen en eigenzinnig karakter. Op een aantal plekken is dit autonome karakter van de bebouwing nog onvoldoende herkenbaar.

Zo presenteert het V&D-gebouw zich niet als stevig blok aan de steeg; in plaats van een gevelvlak met perforaties die de binnenstadsbebouwing kenmerkt, wordt hier een gevel gesuggereerd met enkele kolommen in een open ruimte, waardoor het interieur versmelt met de als exterieur te ervaren ruimte van de steeg. In het licht van de stedenbouwkundige uitgangspunten, die deze steeg als openbare straat definiëren, is dat geen logische keuze.

Door een herhaling van architectonische motieven komt ook de eigen identiteit van gebouwen aan weerszijden van deze tussenstraat niet goed tot uitdrukking; in plaats van een uitwerking per zelfstandig gebouw zijn elementen aan weerszijden – zoals hekjes en plafonds – identiek vormgegeven. De toepassing van een glazen lichtplafond aan de onderzijde van het element dat als brug te ervaren zou moeten zijn, leent zich meer voor een winkelcentruminterieur dan voor stedelijke buitenruimte.

In de doorwerking van het Poortgebouw is een aantal verbeteringen bereikt. Het Poortgebouw is een belangrijk moment in de route en vraagt veel aandacht. De mozaïekgevel vereist een hoogwaardige detaillering. Gegevens daarover worden afgewacht. Afgezien daarvan wordt het beeld van een eigenzinnig en zelfstandig gebouw op maaiveld ontkracht door de grote horizontale snede met winkelprogramma, waarin de huid alleen na sluitingstijd herkenbaar is. Luifels aan de Stadskamer en de overbrugging benadrukken hun zelfstandigheid als gebouw, waar ze juist als tussenlid zouden moeten worden benaderd. De commissie vreest dat helaas ondanks alle pogingen om het tegendeel te bereiken, de overbrugging op maaiveldniveau beleefd zal worden als een tunnel.

Vloerafwerkingen moeten het onderscheid tussen openbare en private ruimte verduidelijken. In ruimten die toch al moeilijk leesbaar zijn als openbare ruimte, is het naar de mening van de commissie geen goede keuze van dit uitgangspunt af te wijken. Alleen kleuraanpassing is onvoldoende. De passage tussen het Entreegebouw en het V&D-gebouw is een openbare straat, maar die functie wordt ontkend door een inrichting als interieur. Vervlechting van de bestrating en kleurstelling die buiten en binnen wordt toegepast als ‘tapijt’ zou voor de Stadskamer denkbaar zijn, ware het niet dat de commissie dit in een eerder stadium heeft ontraden, omdat dit motief al is gebruikt in het Vredenburgplein en herhaling daarvan de leesbaarheid van ruimten niet ten goede komt. De ambitie de singel te heropenen dient te resulteren in stedelijke ruimtes waarin de Catharijnesingel ook daadwerkelijk goed als singel te ervaren is. De Stadskamer onttrekt de singel op een cruciaal moment aan het zicht, waardoor lengte en diepte ervan niet kunnen worden beleefd. De vormgeving van de openingen vindt de commissie niet passend. Deze maken de singel tot ‘meubel’ in de Stadskamer; er ontstaat een artificiële ‘vijver’ met een zitrand die de passant uitnodigt om met de rug naar de singel te gaan zitten. Ook de positie van deze glasvlakken ligt niet voor de hand. De middelste doorkijk is nog voorstelbaar als aangename ontmoetingsplek, de andere twee glasvlakken bij de entrees naar de Stadskamer liggen op onlogische plekken om een goede verblijfsfunctie te vervullen. De commissie ziet geen meerwaarde in deze openingen, waar men immers de singel al in werkelijkheid ervaart.

Conclusie
De Catharijneknoop is een zeer belangrijke ontwikkeling op een zeer prominente plek in de stad. Hiervoor is een complex stedenbouwkundig schema ontworpen en het succes daarvan is afhankelijk van de mate waarin de architectonische uitwerking de stedenbouwkundige ambities waarmaakt.
Belangrijke stedenbouwkundige uitgangspunten zoals vastgelegd in het Masterplan Stationsgebied voor dit gebied zijn:
– het terugbrengen van de Catharijnesingel en de beleving daarvan;
– het versterken van de samenhang tussen de oude binnenstad en het nieuwe winkelcentrum, waarbij de nieuwbouw aan de oostkant van de singel een binnenstedelijk karakter krijgt met zelfstandige bouwblokken.

De commissie concludeert dat het plan in totaliteit er nog niet in is geslaagd om het stendebouwkundig schema begrijpelijk en ervaarbaar te maken; door de architectonische eenheid sterker te benadrukken dan de eigenheid en verscheidenheid van de samenstellende delen, zijn mogelijkheden om via architectonische expressie verschillen in stedelijke ruimten voelbaar te maken, onvoldoende benut. In dat opzicht moet er nog veel aan kwaliteit gewonnen worden, onder meer in open-dichtverhoudingen, verschillen in detaillering, materiaalgebruik en kleurstelling. De commissie constateert dat er stappen zijn gezet maar dat er nog slagen gemaakt moeten worden om het voor deze plek vereiste kwaliteitsniveau te bereiken. De commissie is van mening dat voorliggend ontwerp niet voldoet aan redelijke eisen van welstand en zij adviseert hierover negatief.  [vet schrift van BU] 

Los van bovenstaande, maar daarmee wel in relatie: Wethouder Everhardt heeft na vragen in de raadsinformatieavond over dit onderwerp nog eens op een rij laten zetten wat de maatverschillen zijn tussen de huidige uitwerking van de stadskamer en het plan waar de gemeenteraad in 2007 heeft ingestemd. Opmerkelijk is dat de huidige uitwerking, inclusief gaten, al vijf jaar geleden op hoofdlijnen vast stond. Er is een beetje bijgesmokkeld, als een kruidenier met een vinger op een weegschaal, maar dit leidt niet tot interessante afwijkingen.

Hier de vergelijking.

Reageer