Entreegebouw in de raad

In Nieuws door HBReageer op dit artikel

De raadscommissie Stad & Ruimte heeft 13 december gesproken over het bestemmingsplan Entreegebouw nieuw Hoog Catharijne. In de doorlees de integrale notulen over dat onderwerp. Daarin tref je aan discussies over looproutes, openbaarheid van de ruimte, het bouwplan inclusief ontwerp Catharijneknoop, capaciteit fietsparkeren, loopstromenonderzoek (Corio en derden). Het blijkt dat er nogal wat ruis is ontstaan door het feit dat om dit gebouw te kunnen realiseren twee procedures in samenhang worden doorlopen: bestemmingsplan en bouwvergunning. Wanneer stopt het ene en begint het andere en tot hoever gaat de bevoegdheid van de gemeenteraad om aan het bestemmingsplan te sleutelen zodat het bouwplan, dat feitelijk al klaar ligt, direct wordt beïnvloed? Geen triviale kwesties voor dit beeldbepalende gebouw in de Hoog Catharijne-plannen.
Het onderwerp komt terug op de raadsvergadering van 19 januari. Pas op lange post na de klik.

9.             Vaststelling bestemmingsplan Entreegebouw, Binnenstad

De voorzitter constateert dat dit punt aan de orde is geweest op de raadsinformatieavond van 22 september. Verder is aanvullende informatie naar de commissie toegezonden naar aanleiding van de vragen die in de raadsinformatieavond gesteld zijn.

De heer Rottier (GroenLinks) merkt op dat fractie vindt dat in de gaten gehouden moet worden dat een en ander gedaan wordt voor de Utrechtse burger. Door de nieuwe coördinatieprocedure wordt het bestemmingsplan en het bouwplan ineen gevat. De raad gaat over het bestemmingsplan en het college gaat over het bouwplan maar juist bij ontwikkelingen van deze omvang die zo beeldbepalend zijn voor de stad, is het belangrijk dat dit soort plannen goed over het voetlicht komen, zowel bij de raad als bij de Utrechtse burger. In dit verband bedankt GroenLinks het college dat ruim inzicht geboden is. De partij merkt op dat het moeilijk is het bestemmingsplan los te zien van het bouwplan. De opmerkingen zullen waarschijnlijk balanceren op de grens van beide. De fractie begrijpt van de winkeliers dat zij moeite hebben met de corridorbreedte van twee banen van 8 m. Volgens hen zouden deze banen minimaal 12 m breed moeten zijn. Het bureau Atkins heeft uitvoerig onderzoek gedaan. Nu worden er ongeveer 50 miljoen voetgangers verwacht over een tiental jaar. GroenLinks heeft in dit verband toch de vraag hoe het zit met de risico’s. Hoe wil het college deze in beeld brengen en hoe worden deze gebruikt bij het definitief beoordelen van het bouwplan? Een analyse alleen op brandweerniveau vindt de fractie beperkt. Kortom, is het college bereid een calamiteitenplan op te stellen ter beoordeling van de veiligheid van dit gebied? Verder vindt GroenLinks het vreemd dat er een aparte bouwaanvraag volgt voor de verkeersruimte, de straat tussen het entreegebouw en het V&D-gebouw. Waarom is dit niet in samenhang ontwikkeld en wat is de termijn waarop de vervolgbouwaanvraag verwacht kan worden? Vervolgens is gesproken over de begrippen openbaar en semiopenbaar. In de toelichting heeft het college aangegeven dat het misschien wel beter is dat daar waar een en ander niet openbaar is, er in ieder geval sprake is van semiopenbaarheid. De fractie stelt voor het inderdaad op deze wijze te doen. Het is dan in ieder geval duidelijk waarvan uit moet worden gegaan. Voorts hoort de partij graag of het college bereid is een inspanning te leveren om de zuidelijke passage tussen het entreegebouw en het V&D-gebouw openbaar te laten 24 uur per dag. Tot slot vraagt de fractie of er sprake is van bepaalde energieconcepten in het gebouw. GroenLinks stemt in met het bestemmingsplan maar heeft nog geen goed gevoel. De partij roept het college daarom op enige terughoudendheid aan de dag te leggen ten aanzien van het bouwplan. Dit vanwege de afstemming met winkeliers, het calamiteitenverhaal en de aansluiting aan het Klarenburggebouw. Het gebouw zou in samenhang met de toekomstige ontwikkeling bekeken moeten worden.

De heer Van Schie (VVD) heeft een vraag met betrekking tot de openbaarheid van dit gebouw van een ander. Als dit gebouw openbaar gemaakt moet worden dan vraagt de VVD zich af hoe GroenLinks de gemeentelijke inzet ziet met betrekking tot het handhaven van de openbare orde en veiligheid in dat gebied. Nu is dat een taak van Hoog Catharijne maar moet dit straks dan een gemeentelijke taak worden?

De heer Rottier (GroenLinks) zegt dat de fractie hier geen uitgesproken antwoord op heeft. GroenLinks vindt dat niets afgesloten moet worden wat in principe open kan zijn.

De heer Beerlage (PvdA) geeft aan dat de fractie het goed vindt dat nu het eerste bestemmingsplan er ligt voor de nadere uitwerking van Hoog Catharijne. De partij heeft alleen nog wel wat vragen over dit plan. De belangrijkste vraag is de vraag of de raad voldoende regie houdt als dit bestemmingsplan wordt vastgesteld. Verder vindt de PvdA de coördinatie een goed aspect maar de partij vraagt zich af of de raad nog wel invloed kan uitoefenen op cruciale onderdelen van dit plan, bijvoorbeeld de aansluiting van het entreegebouw aan het V&D-gebouw. Vervolgens gaat de fractie in op de Catharijneknoop. De loopstroom uit dit gebouw komt uit op die knoop. Corio gaf vorig week in een informeel overleg aan nog volop aan het puzzelen te zijn met het ontwerp hiervoor. De fractie vraagt of met dit plan geen zaken vastgelegd worden die inflexibiliteit voor de Catharijneknoop kunnen opleveren. Graag een reactie van de wethouder. Ten aanzien van de looproutes sluit de PvdA zich aan bij de opmerkingen die de heer Rottier hierover heeft gemaakt. Verder verbaast het de partij dat de winkeliers op dit late tijdstip nog met allerlei bezwaren komen.

De heer Rottier (GroenLinks) heeft begrepen dat de winkeliers en Corio aanvankelijk samen zijn opgetrokken bij de ontwikkeling van het plan maar dat Corio op een gegeven moment de ‘deur heeft gesloten’. De winkeliers moesten zich vervolgens opnieuw aanmelden met hun alternatieve plan. Is de PvdA bekend met deze procedure en had Corio niet een actievere houding aan moeten nemen richting de winkeliers?

De heer Fokke (D66) merkt op dat het niet eerste keer is dat daarover is gepraat. Er is namelijk een ontwikkelovereenkomst gesloten waarbij, volgens D66, ook al afspraken zijn gemaakt over de looproutes. Dit was het moment om over zaken te spreken en het moment dat een en ander is vastgelegd. De fractie vraagt de wethouder of dit klopt.

De heer Oldenborg (SLU) merkt op dat V&D zich vanaf het begin af aan heeft uitgesproken tegen de wijziging van de looproute.

De heer Beerlage (PvdA) sluit zich aan bij de vragen en opmerkingen. Met betrekking tot mogelijke calamiteiten merkt de fractie op in hoofdlijnen te kunnen instemmen met hetgeen in het tweekolommenstuk staat maar de PvdA vraagt zich wel af of het college een en ander voldoende kan onderbouwen met bijvoorbeeld eigen studies. Dit zou namelijk noodzakelijk zijn als er een rechtszaak zou komen. Verder nog een vraag met betrekking tot planschades. Hoe is een en ander hieromtrent geregeld? Tot slot zijn extra fietsenstallingen gewenst. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om de parkeergarage ook als fietsenstalling te gebruiken. Het bouwplan voorziet daar alleen niet in. Is het mogelijk een fietsingang naar de parkeergarage op maaiveld op Vredenburg te maken?

De heer Fokke (D66) geeft aan dat de fractie grotendeels kan aansluiten bij de vorige sprekers. Verder is het volgens D66 onvoldoende inzichtelijk wat de relatie is tussen enerzijds de ontwikkelovereenkomst en anderzijds het bestemmingsplan en het bouwplan. Bepaalde keuzes zijn al gemaakt maar welke bandbreedte is er nog? Vervolgens kan de partij zich aansluiten bij de vraag van de PvdA over de fietsenstalling. D66 is van mening dat wordt afgestevend op een groot tekort aan fietsenstallingen in het centrum. Tot slot de kwestie van één looproute versus twee looproutes. De fractie had de indruk dat de keuze voor twee looproutes al was gemaakt. Verder dient de looproute veilig te zijn maar hiervoor zijn voldoende waarborgen in het bestemmingsplan. Inhoudelijk gezien is de partij een voorstander van twee looproutes omdat er dan een rondje ontstaat.

De heer Van Schie (VVD) merkt op dat de protesten van de V&D heftig zijn. De VVD vindt het vreemd dat de twee marktpartijen er niet uit zijn gekomen. Heeft de gemeente hier op de een of andere manier nog in bemiddeld? Het is de partij heel wat waard als Corio met een plan zou komen waar de belangrijkste buurman het mee eens is. Ten aanzien van de breedte van de looproutes merkt de fractie op hierbij een kanttekening te plaatsen. De VVD vraagt zich af of deze breed genoeg zijn.

De heer Van Waveren (CDA) vraagt wat de VVD concreet wil doen aan de breedte van de looproutes.

De heer Van Schie (VVD) vraagt de wethouder wat de mogelijkheden zijn met betrekking tot de inrichting van de twee straten. Dan de fietsbereikbaarheid van het nieuwe winkelcentrum. De fractie vindt het onvoldoende dat op dit moment niet helder is hoe deze publieksstroom geordend wordt. Daarnaast vreest de partij ervoor dat dit probleem van Corio uiteindelijk op de gemeente wordt afgewenteld. Corio dient met een beter plan te komen voor de bereikbaarheid. Graag een reactie van de wethouder hierop.

De heer Schipper (SP) merkt op dat de bezwaren van V&D wel degelijk van belang zijn. De fractie vraagt hoe het college hiermee om wil gaan. Verder kan de fractie zich aansluiten bij de woorden van de heer Van Schie van de VVD, over onder andere het fietsparkeren.

De heer Van Waveren (CDA) zegt dat het CDA altijd een voorstander is van coördineren, zeker bij dit soort grote plannen. Daarnaast is het belangrijk om aandacht te houden voor leefbaarheidsaspecten. De fractie is van mening dat er meer bij moet komen kijken dan alleen bouwen, om een levendig, aangenaam stadsplein te laten ontstaan. Het CDA verneemt graag de gedachten van het college hierover. Vervolgens sluit de partij aan bij de vragen met betrekking tot het fietsparkeren. Heeft het college voldoende ruimte om hier goede afspraken over te maken als het bestemmingsplan wordt vastgesteld? Of kan het college dan juist niets meer? Tot slot merkt de fractie met betrekking tot het gebouw zelf op dat het goed is te gaan bouwen omdat dan voor mensen zichtbaar wordt dat er iets gebeurt in het stationsgebied.

De heer Oldenborg (SLU) zegt dat de fractie zich aansluit bij de vragen die al gesteld zijn. De SLU merkt op dat in het bestemmingsplan de bereikbaarheid op alle manieren wordt beschreven behalve met de fiets en dat terwijl uit detailhandelcijfers is gebleken dat ongeveer 40% met de fiets komt. Verder wil de partij duidelijk weten of het Vredenburg nu nog dezelfde grootte heeft als de commissie voor ogen had toen het structuurplan gemaakt werd. Dan nog een grappig puntje. Op pagina 5 van het voorstel staat bij het punt Uitvoering dat het college de gevraagde ‘vouwvergunning’ zal verlenen. Dit dient echter een ‘bouwvergunning’ te zijn.

De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat deze fout ook in het stuk over de actualisering van het bestemmingsplan stond.

De heer Van Ooijen (ChristenUnie) zegt dat de fractie voorstelt in het bestemmingsplan te regelen dat mocht dit in de toekomst nodig zijn, er meer autoparkeerplaatsen omgezet kunnen worden in de parkeergarage. Verder vraagt de ChristenUnie met betrekking tot duurzaamheid of er nu bepaalde zaken geregeld zijn op aandringen van de gemeente.

De voorzitter schorst de vergadering voor vijf minuten.

Wethouder Isabella gaat allereerst in op de fietsparkeerplekken. Er is met Corio de afspraak gemaakt dat op basis van het Bouwbesluit minstens 1500 plekken moeten worden gerealiseerd. Inmiddels is er overeenstemming om hier 3000 plekken van te maken en het college is bezig om te kijken of dit aantal nog verruimd kan worden naar 4000 plekken. Daarnaast meldt hij dat de huidige capaciteit aan fietsenstalling die er is rondom het stationsgebied en Hoog Catharijne, nog niet volledig benut wordt.

De heer Fokke (D66) merkt op dat het klinkt alsof er heel veel fietsparkeerplekken gerealiseerd worden. D66 vraagt in welk gebied de vierduizend plekken moeten komen en hoe de stallingen verdeeld zijn over Hoog Catharijne.

Wethouder Isabella vraagt een medewerker hierop in te gaan.

De heer Kreuninger (projectleider POS) vertelt dat het gaat om fietsenstallingen rondom Hoog Catharijne. Het gaat dat om het hele gebouw van Hoog Catharijne zelf, inclusief het entreegebouw.

De heer Fokke (D66) merkt op dat de stallingen dan wel 1 km van het entreegebouw verwijderd kunnen zijn. Hoe zit het met de fietsenstallingen vlak bij het entreegebouw?

De heer Kreuninger (projectleider POS) geeft aan dat qua verdeling gedacht wordt aan drie stallingen waarvan er een direct aan de overzijde van het entreegebouw komt, onder het Singelborggebouw. Een andere komt aan de kant van het Smakkelaarsveld en nog een andere komt dan aan de kant van het station. Alle drie dus verdeeld over Hoog Catharijne.

De heer Beerlage (PvdA) merkt op dat de fracties zojuist hebben gevraagd of het bestemmingsplantechnisch mogelijk is om fietsenstallingen op te nemen en of het bouwplan nog is aan te passen zodat het mogelijk wordt extra fietsenstallingen te realiseren.

Wethouder Isabella heeft geprobeerd aan te geven dat dit niet nodig lijkt vanwege de aantallen fietsparkeerplekken die hij zojuist genoemd heeft.

De heer Fokke (D66) vraagt of hij daaruit mag concluderen dat het college van mening is dat er met de fietsenstallingen aan de andere kant van de Catharijnesingel, voldoende capaciteit is om ook eventuele fietsparkeerproblemen rondom het Vredenburg op te lossen.

Wethouder Isabella geeft aan dat hij dit niet gezegd heeft. Het college is zich zeer bewust van het feit dat men met veel fietsen te maken heeft in de binnenstad, zeker rondom dit soort gebouwen. Het college probeert al het mogelijke te doen om een en ander zo goed mogelijk op te vangen. Verder merkt hij op dat de suggesties die zijn gedaan, altijd nog bespreekbaar zijn op het moment dat blijkt dat aanvullende stallingmogelijkheden nodig zijn.

De heer Fokke (D66) vraagt waarom er nu dan niet voor gezorgd wordt dat die mogelijkheid ook kan binnen dit bestemmingsplan.

Wethouder Isabella merkt op dat dit bestemmingsplan die mogelijkheid biedt.

De heer Van Schie (VVD) merkt op dat er ook nog een bouwplan bij komt kijken. De fractie merkt op dat er straks een gebouw wordt neergezet waar geen fietsenstalling in zit en ook geen mogelijkheid voor een entree voor een fietsenstalling. Ruimtelijk gaat het heel lastig worden om dit later nog in te passen. De VVD begrijpt niet dat ten aanzien van het fietsparkeren bij een dergelijk groot winkelcentrum, gezegd wordt dat dit in het gebied wordt opgelost, terwijl de oplossing ligt aan de overkant van de Singel. De partij vindt dat hiermee het plan voor de fietsbereikbaarheid van dit grote winkelcentrum onvoldoende is uitgewerkt.

Wethouder Isabella zegt dat het college aangeeft dat in de directe nabijheid voldoende stallingmogelijkheden gerealiseerd worden. Er worden zelfs meer stallingmogelijkheden geboden dan het bouwbesluit vraagt. Daarnaast wordt in de onderhandelingen nog eens geprobeerd dit aantal op te hogen. Meer kan hij er op dit moment niet van maken. Hij vraagt zich af hoe nabij de stallingen gemaakt kunnen worden.

De heer Beerlage (PvdA) begrijpt dat het bestemmingsplan een en ander mogelijk maakt en het bouwplan niet. De fractie vraagt of een deel van de stallingen binnen het bouwplan gerealiseerd kan worden.

Wethouder Isabella neemt de vraag mee maar daarnaast geeft hij nogmaals aan dat het erop lijkt dat er al voldoende stallingmogelijkheden zijn.

De heer Schipper (SP) vindt de manier waarop het fietsparkeren geregeld is zorgelijk. Er zal namelijk nog meer behoefte aan stallingmogelijkheden voor fietsen komen dan er al is in verband met dit plan. De fractie sluit zich aan bij de woorden van de heer Van Schie.

De heer Van Schie (VVD) constateert dat dit plan een paragraaf Fietsparkeren ontbeert.

De heer Oldenborg (SLU) merkt op dat het fietsparkeren wel wordt genoemd in het plan. De fietsbereikbaarheid wordt niet genoemd. De SLU ziet een mogelijkheid voor het parkeren van fietsen naast V&D, waar vroeger de Chinees zat. De fractie vindt dat Corio gedwongen moet worden om de realiteit onder ogen te zien dat ook een groot deel van zijn bezoekers met de fiets naar de binnenstad komt. Het bedrijf heeft dus een verantwoordelijkheid en die omvat meer dan de drie- of vierduizend plaatsen waar nu over gesproken wordt.

Wethouder Isabella merkt op dat wel degelijk gekeken wordt naar de fietsenstallingen. Het college is hier met Corio over in gesprek. Dit bedrijf heeft ook de bereidheid getoond om te kijken of meer mogelijk is. Hij geeft aan de suggesties van de commissie mee te nemen in het gesprek met Corio.

De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de gemeente een onderhandelingspositie heeft.

Wethouder Isabella antwoordt dat er een contract is met Corio als het gaat om de aantallen. De drieduizend stallingplekken zijn dus gecontracteerd. Hier heeft de gemeente dus een positie in. Ten aanzien van het mogelijk uitbreiden van dit aantal is de gemeente in gesprek met Corio. Vervolgens gaat hij in op de breedtes van de wandelroutes. Zowel V&D als Corio heeft onderzoek gedaan naar de breedte van de wandelroutes. De conclusies uit de onderzoeken luidden dat de breedte van de routes, ieder 8 m, mogelijk is. Ter informatie meldt hij dat de huidige Radboudtraverse 8 m breed is. In dit plan wordt dus gesproken over twee wandelroutes van ieder 8 m breed.

De heer Rottier (GroenLinks) vraagt welk onderzoek de wethouder hier tegenover zet.

De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt waar het dan fout gaat in het onderzoek van Atkins.

De heer Van Schie (VVD) merkt op dat hij op een drukke zaterdagmiddag in de Radboudtraverse stilstaat.

Wethouder Isabella ziet in de plannen twee looproutes staan van ieder 8 m. Dit in tegenstelling tot de huidige Radboudtraverse die 8,5 m is. Er wordt dus een breedte van 16 m, verspreid over twee looproutes ingepland in plaats van de huidige 8,5 m van de Radboudtraverse. Dit lijkt hem een goede oplossing. Vervolgens vraagt hij een medewerker in te gaan op het oordeel over de twee onderzoeken die gedaan zijn door V&D en Corio.

De heer Hutschemaekers (ambtenaar) heeft de rapporten die door Corio zijn opgesteld niet bij de hand. De commissie kan op een later tijdstip wel geïnformeerd worden over wie de onderzoeken gedaan heeft.

Wethouder Isabella vraagt of de commissie voor de raadsbehandeling hierover geïnformeerd kan worden.

De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of hierin opgenomen kan worden waarom een en ander in de andere rapporten niet klopt.

De heer Rottier (GroenLinks) ziet ook graag vermeld een prognose ten aanzien van het aantal bezoekers.

Wethouder Isabella herhaalt de toezegging van de heer Hutschemaekers graag. De commissie kan dus op een later tijdstip geïnformeerd worden over wie de onderzoeken gedaan heeft. Hij geeft aan dat de rapporten opgevraagd worden en dat er een oplegnotitie bijgevoegd zal worden waarin de vragen van de commissie beantwoord worden. Vervolgens gaat hij in op de vragen met betrekking tot calamiteiten en veiligheid. Hier wordt op getoetst en er wordt geen vergunning verleend als de veiligheid niet gegarandeerd is. Daarnaast zijn er plannen en aanrijroutes voor de hulpdiensten. Dan de vragen met betrekking tot ‘semiopenbaar’ en ‘openbaar’. Hij merkt op dat een en ander al eerder afgesproken is. Daarbij wijst hij op de bilaterale ontwikkelingsovereenkomsten waarin die staturen voor een deel zijn vastgelegd. Verder zal nadrukkelijk gekeken worden naar de andere bestemmingsplannen die nog volgen. Hierbij komt ook de grens kijken tussen het bestemmingsplan nu en het entreegebouw, en de stoep van de ruimte naast V&D. Er zal een integrale afweging gemaakt worden om te kijken of een en ander nog keurig aansluit bij een aantal onderdelen die zijn vastgesteld in de hele structuurvisie. Bij andere aanvragen zal nadrukkelijk gekeken worden of de deelplannen nog steeds voldoen aan de eisen die zijn vastgesteld en hoe deze zich verhouden tot semiopenbaar en openbaar. Dit komt dus nog bij de commissie terug.

De heer Beerlage (PvdA) merkt op dat de wethouder op de vragen van de heer Rottier aangaf dat een en ander nog nader vastgelegd moest worden. De fractie vraagt of dit nog nader gedefinieerd moet worden in het bestemmingsplan. Daarnaast geeft de PvdA aan dat als dit bestemmingsplan is vastgesteld, niet meer teruggevallen kan worden op de structuurvisie. Er is daar dan namelijk een uitwerking van op dit planniveau. De partij weet niet of dan nog wel teruggevallen kan worden op de bilaterale ontwikkelovereenkomsten. Moet dit bestemmingsplan nu gezien worden als een definitieve uitwerking van de plannen of blijven de plannen die eerder zijn vastgesteld ook nog van toepassing? Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor de looproute.

De heer Rottier (GroenLinks) stelt voor de Zuiderpassage uit de omschrijving bij het bestemmingsplan te laten.

Wethouder Isabella merkt op dat de keuze is gemaakt voor het afsluiten van het semiopenbare gedeelte om daarmee de looproutes ’s avonds veiliger te maken. Hij geeft aan te zullen kijken welke mogelijkheden er zijn om een en ander nog op een andere manier in te vullen. Vervolgens gaat hij in op de vraag waardoor het kan dat de reacties van de V&D zo laat kwamen. Dit heeft ermee te maken dat er de afgelopen jaren een scheiding is ontstaan tussen de belegger en de huurder (V&D).

De heer Rottier (GroenLinks) vraagt wanneer duidelijkheid komt over het bouwplan. Dit is namelijk van belang voor de plannen van V&D.

Wethouder Isabella meldt dat in het eerste kwartaal van 2012 duidelijkheid komt over het bouwplan. Hetzelfde geldt voor het ontwerp voor de Catharijneknoop. Een en ander kan dan in samenhang bekeken worden.

De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat een bouwplan toch valt onder de bevoegdheid van het college.

Wethouder Isabella zegt dat dit klopt maar gezien de vragen die gesteld zijn met betrekking tot dit grote bouwproject, wil hij de commissie informeren.

De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat als aan de bouwplannen voorwaarden gesteld moeten worden, dit het moment is.

De heer Fokke (D66) heeft gevraagd om een duidelijke uitleg met betrekking tot de relatie tussen de bilaterale ontwikkelovereenkomst en de uitwerking in het bestemmingsplan/bouwplan. D66 krijgt graag voor raadsbehandeling de belangrijkste punten op een rijtje met de informatie over hoe deze vertaald worden in het bouwplan.

De heer Oldenborg (SLU) zegt dat in alle contracten de clausule is opgenomen dat de raad altijd zelf over het vaststellen van bestemmingsplannen gaat. Het aanbrengen van een beperking hierop zou in strijd met de wet zijn.

De heer Beerlage (PvdA) vraagt nogmaals of de raad voldoende regie houdt als het bestemmingsplan nu wordt vastgesteld en een aantal van de uitwerkingen later nog komt. Verder hecht de PvdA er wel degelijk aan om een aantal van de ontwerppunten, zoals de Catharijneknoop, hier nog te bespreken.

Wethouder Isabella denkt dat de bevoegdheden helder zijn. Verder heeft hij begrepen dat de commissie bij belangrijke beslismomenten goed geïnformeerd wil worden over welke keuzes daarin worden gemaakt. Vervolgens gaat hij in op de energieconcepten. Op dit moment wordt hier in overleg met Corio aan gewerkt. Er wordt gekeken of warmte- en koudeopslag mogelijk is in bepaalde voorzieningen die gecreëerd worden en of tot de CO2-reductie gekomen kan worden die in het collegeprogramma is vastgesteld. Daarnaast wordt ook gekeken of met het realiseren van dit soort uitwerkingen bepaalde labels kunnen worden verkregen. Tot slot geeft hij aan voor raadsbehandeling te proberen de vraag van de heer Fokke, met betrekking tot de relatie tussen de bilaterale ontwikkelovereenkomst en de uitwerking in het bestemmingsplan/bouwplan, te beantwoorden met een overzicht.

De heer Beerlage (PvdA) zit nog te puzzelen met de regievraag. In het eerste kwartaal komt een aantal bouwplannen maar kan de raad daar dan nog op sturen? De fractie vraagt zich bijvoorbeeld af waar precies de trappen en roltrappen komen.

Wethouder Isabella merkt op dat de raad voldoende regie houdt. De raad gaat alleen niet over de planning en waar exact de roltrappen komen want dat is nu net een uitwerking die in de bouwplannen wordt meegenomen. De raad houdt de regierol op hoofdlijnen. Tot slot heeft hij nog geen antwoord gegeven op de vraag over de grootte van het Vredenburgplein. Hij meldt dat dit plein nog steeds hetzelfde formaat heeft als destijds is afgesproken.

De heer Van Waveren (CDA) vraagt hoe gekeken wordt naar de kleine ontwikkeling op het Vredenburg.

Wethouder Isabella vraagt een medewerker hierop in te gaan.

De heer Hutschemaekers (ambtenaar) vertelt dat het voorlopig ontwerp van het Vredenburgplein al een keer in de commissie is geweest in samenhang met de inrichting van Vredenburg-Noord, de busbanen. In dit bestemmingsplan is ook een tekeningetje uit het voorlopig ontwerp opgenomen.

De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat hij nog eens opnieuw zal lezen.

De heer Van Schie (VVD) vraagt wat V&D straks nog voor mogelijkheden heeft. Kan V&D nog bezwaar maken tegen het bouwplan? Verder vraagt de fractie wat de kaders zijn waarbinnen de raad nog kan bewegen om een verandering aan te brengen in de breedte van de looproutes.

Wethouder Isabella merkt op dat het college vindt dat de breedte van de looproutes voldoende is. Als de VVD vindt dat het anders moet zijn dan is het aan die partij om daar iets mee te doen. Verder komt hij voor de raadsbehandeling terug met een schematisch overzicht van wanneer de raad aan zet is en wanneer niet.

De heer Van Schie (VVD) had nog gevraagd wat V&D straks nog voor mogelijkheden heeft. Kan V&D straks nog bezwaar maken tegen het bouwplan?

 Wethouder Isabella zegt dat V&D bezwaar kan maken zodra de bouwvergunning wordt aangevraagd.

De heer Beerlage (PvdA) vraagt de heer Van Schie of de VVD de twee looproutes zelf ter discussie wil stellen.

De heer Van Schie (VVD) merkt op dat de keuze voor twee loopstromen ‘buiten kijf’ staat. Het gaat erom dat de VVD het idee heeft dat de breedte van 8 m onvoldoende gaat zijn. De fractie vraagt welk probleem de partij creëert als zij besluit een amendement in te dienen en deze wordt aangenomen.

Wethouder Isabella antwoordt dat een dergelijk amendement dan consequenties heeft voor het bouwplan. Hij zal kritisch antwoorden als een dergelijk amendement er komt.

De voorzitter herhaalt de toezeggingen.

Wethouder Isabella gaat, met betrekking tot agendapunt 9, Vaststelling bestemmingsplan Entreegebouw, Binnenstad, in het gesprek met Corio aan de slag met het fietsparkeren conform de suggesties die de commissie vandaag heeft meegegeven.

Wethouder Isabella vergelijkt, met betrekking tot agendapunt 9, Vaststelling bestemmingsplan Entreegebouw, Binnenstad, voorafgaand aan de raadsbehandeling, de twee rapportages van Corio over doorstroming, met die van Atkins. Daarna komt er een oplegnotitie met prognoses van bezoekers, verschillen met het onderzoek van Atkins en wat er stond in het stuk.

Wethouder Isabella informeert, met betrekking tot agendapunt 9, Vaststelling bestemmingsplan Entreegebouw, Binnenstad, de commissie in het voorjaar van 2012 over het bouwplan.

Wethouder Isabella stuurt, met betrekking tot agendapunt 9, Vaststelling bestemmingsplan Entreegebouw, Binnenstad, een schematisch overzicht naar de commissie over de relatie tussen het bestemmingsplan en de bilaterale ontwikkelovereenkomst.

De heer Rottier (GroenLinks) vindt de derde toezegging niet scherp genoeg. Het bouwplan komt, wat betreft de Zuiderpassage in het eerste kwartaal van 2012 naar de commissie. Daarnaast heeft hij begrepen dat de wethouder zich zou inspannen om te kijken of de openbaarheid hierin gegarandeerd kan worden. Hier zou toch expliciet over bericht worden?

Wethouder Isabella geeft aan dat alle aspecten die op dat moment aan de orde zijn, met de commissie doorgenomen worden.

De voorzitter herhaalt de toezeggingen.

Wethouder Isabella stuurt, met betrekking tot agendapunt 9, Vaststelling bestemmingsplan Entreegebouw, Binnenstad, het bouwplan in het eerste kwartaal van 2012 naar de commissie inclusief alle elementen die daarbij horen dus ook de openbare toegang.

De heer Beerlage (PvdA) dacht dat ook specifiek ingegaan zou worden op de looproutes.

De voorzitter constateert dat hij daarover geen toezegging van de wethouder heeft gehoord. De wethouder zou alleen een schematisch overzicht geven over de relatie en de verschillen en overeenkomsten tussen het bestemmingsplan en de bilaterale ontwikkelovereenkomst.

De heer Van Schie (VVD) vraagt wat de haast is met dit plan.

Wethouder Isabella merkt op dat ervoor het college geen enkele reden is om deze bestemmingsplannen op te houden.

De voorzitter concludeert dat dit punt naar raadsvergadering van 19 januari gaat. Hij inventariseert of 45 minuten bespreektijd toereikend is.

De heer Beerlage (PvdA) vindt een bespreektijd van 45 minuten ambitieus.

De heer Van Schie (VVD) denkt dat 45 minuten bespreektijd onvoldoende is.

De heer Schipper (SP) sluit zich aan bij de heer Van Schie.

De heer Fokke (D66) merkt op dat de tijd die nodig is, afhankelijk is van de toezeggingen die nog nagekomen moeten worden.

De voorzitter stelt voor dat voor dit punt een uur uitgetrokken wordt.

De heer Beerlage (PvdA) sluit zich aan bij de suggestie van de heer Fokke.

De voorzitter concludeert dat in de procedurecommissie besloten zal worden hoeveel tijd uitgetrokken zal worden voor de bespreking.

Reageer