Opnieuw vragen GL over architectuur

In Nieuws door HB1 Reactie

De GroenLinks-fractie bijt zich bij monde van Rottier vast in de kwaliteit van de architectuur van het stationsgebied en hoe en met welke gremia keuzes tot stand komen. Hij heeft eerder vragen gesteld en doet dat nu opnieuw, omdat de antwoorden hem niet konden bekoren en er schijnbaar achter de schermen, als gevolg van de vragen, toch een en ander in beweging is gekomen.
Na de klik de nieuwe schriftelijke vragen. Wij zijn, met GL en vast nog vele anderen, benieuwd of deze actie wel tot enige transparantie zal leiden over de rol van een groot aantal onzichtbare actoren.

We citeren:

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Vragen van de heer M.G.M. Rottier (ingekomen 7 april 2011)

Op 6 december 2010 stelde de fractie van GroenLinks schriftelijke vragen over de architectonische ontwerpen van de verschillende gebouwen en openbare ruimte in het centrum/Stationsgebied. Dit naar aanleiding van de beslotenheid waarbinnen deze tot stand komen.

Zeven weken later ontvingen wij uw antwoord (25-01-2011). Uw beantwoording leek ons niet afdoende en riep bij ons weer nieuwe vragen op; dit heeft geleid tot nader bestuurlijk en ambtelijk overleg. Naar aanleiding daarvan hebben wij nog aanvullende vragen ter bevordering van de openbaarheid.

1.     Hoe kan het zijn, dat u op onze vraag naar de samenstelling en bevoegdheden van de verschillende instanties die u adviseren met betrekking tot de architectonische kwaliteit, wel verwijst naar Raadsuitspraken en een later te organiseren informatieavond, maar ons niet informeert over een bestaand schematisch overzicht (laatste versie 17-10-2010) met de vier (voornamelijk besloten) kwaliteits-gremia en hun taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden. Graag uw toelichting.

2.     Op onze vraag naar toetsingscriteria voor de architectonische kwaliteit, beperkt u zich tot een verwijzing naar Raadsuitspraken (“beleidsproducten” en de Welstandsnota 2004). Dit, terwijl tegelijkertijd in volgorde het “Kwaliteitsoverleg”, “het Atelier Stedebouw” , en het “Overleg Stedebouw/Welstand” in beslotenheid tot zelfstandige advisering komen; waarna Welstand nog slechts op planniveau kan adviseren. Bevestigen deze overleggen niet, dat er wel degelijk gegeven de Raadsuitspraken, nog subjectieve criteria in beslotenheid ontwikkeld worden (en sturend zijn voor het daarop volgende gremium) bij de nadere invulling en vormgeving en dat uw beantwoording derhalve onvolledig was? Graag uw zienswijze daarop.

3.     Bent u met ons van mening, dat zowel deze adviseurs als hun adviezen bekend mogen zijn bij de Utrechtse bevolking? Bent u bereid deze openbaar te maken; zo nee, waarom niet? Zo ja, dan ontvangen we graag een voorstel hoe u dit regelt.

4.     U negeerde onze vraag naar een openbaar debat over de architectonische vormgeving van gebouwen en openbaar gebied in het Stationsgebied, waarbij wij uiteraard de overeengekomen uitgangspunten overeind houden. U zegde slechts toe, dat er een informatieavond volgt. Bent u met ons van mening, dat bij dit soort majeure stedelijke ontwikkelingen in het hart van Utrecht, een openbaar debat – buiten de Raadszaal – kan bijdragen tot transparantie, kwaliteit en draagvlak. Een openbaar debat, waarbij ook ontwerpers en adviseurs bevraagd kunnen worden. Graag uw zienswijze hierop.

5.     Bent u bereid bij de verdere architectonische ontwikkeling van plannen in en rond het Stationsgebied met de Raad te zoeken naar werkwijzen waarbinnen meer transparantie en extern debat mogelijk is; zonder dat het tempo van de ontwikkeling daaronder hoeft te lijden. Zo ja, bent u bereid ons daarover nog voor de zomer voorstellen te doen? Zo nee, waarom bent u daartoe niet bereid op inhoud en/of tijd?

 

Reacties

  1. Bert Poortman

    Goed dat Rottier zo aandringt. Het maakt duidelijk dat het overleg tussen professionele partijen met dagelijkse bemoeienis over dit onderwerp, graag hun doen en laten vrijhouden van publieke bemoeienis. Een proces waar ze angstig voor zijn omdat ze het mogelijk niet kunnen beheersen.

    Openbaarheid hierover door de politiek geeft echter de indruk dat de wethouder als politiek gezagdrager het proces onvoldoende stuurt. De uitkomst wordt dan het blootleggen van het falen van de politiek door de politiek! De werkelijkheid is, dat een deeltijdfunctie van een wethouder op dit onderwerp nooit tot controle van die wethouder over het proces kan leiden. Daarvoor zijn de anderen professionals op het vakgebied en met teveel en met veel meer tijd op het onderwerp bezig. Nu gaat het over architectuur, maar de rol van Corio in relatie tot de stad geeft een nog veel schever beeld.

    Wie helpt de wethouder en wil hij geholpen worden?

Laat een reactie achter op Bert Poortman Reactie annuleren