V&D betwist Entreegebouw HC

In Nieuws door HBReageer op dit artikel


Is er sprake van een stevige burenruzie in de dop? Als je de negen pagina’s zienswijze op de vrijstellingsaanvraag voor het Entreegebouw Hoog Catharijne leest, opgesteld door de advocaat van V&D, La Place en gebouweigenaar IEF Berlage, belooft het nogal wat. Afgaande op de inhoud ziet men het gebouw helemaal niet zitten. Maar het is natuurlijk ook een spel, het bouwen aan een goede onderhandelingspositie, proberen er zoveel mogelijk uit te slepen.

Er zijn twee zienswijzen ingediend in het kader van de Art. 19 vrijstellingsprocedure voor het Entreegebouw die in juni in gang is gezet. Een is van de stichtingen BOCP, SSHSU, SSLU, SZOU, SBCAE, SCAE en UBS, de ander van V&D en zakelijke vrienden. Nu was ik van de zienswijzen van de afkortingen-stichtingen niet echt onder de indruk. Het stuk van Lambo verwees vooral naar eerdere ingediende zienswijzen voor het woonwinkelgebouw, Muziekpaleis en OV-terminal en bracht geen nieuwe argumenten in stelling. En het argument dat deze invulling niet de wens is van de Utrechtse bevolking, lees: niet volgens de uitkomst van het referendum, heeft na zeven jaar toch wel aardig aan kracht ingeboet.

Heel anders is het met de negen dichtbedrukte pagina’s van de jurist van V&D, La Place en IEF Berlage. Ik denk dat de gemeente en Corio daar wel een dikke kluif aan hebben. Bottom line: er mag geen vrijstelling worden verleend omdat (1) V&D er op vele manieren door wordt benadeeld en (2) de vrijstellingsprocedure bestuursrechtelijk en wettelijk niet aan de eisen voldoet.

V&D betoogt dat het entreegebouw hun bedrijfsvoering nadelig zal beïnvloeden. Omdat er straks twee loopassen zullen zijn, rekent men op een teruggang van 50% aan passanten en daardoor verlies aan klandizie. Ze rekent voor dat ze door gevelaanpassingen zichtbaarheid en winkelruimte zal kwijtraken. Ook spreekt men van een ‘duurzame ontwrichting van de detailhandelsstructuur’ door overbewinkeling, en ergens anders ook van een ‘slecht windklimaat voor slentergebied’.

In het stuk komen nog meer ruimtelijke bezwaren aan bod, bijvoorbeeld de krappe ingangen van de parkeervoorziening en het feit dat de woningen boven het Entreegebouw te dicht bij de gevel van V&D gesitueerd zijn. Men voorspelt geluid- en geuroverlast door bedrijvigheid en keukens in het V&D-complex. Overigens trekt men überhaupt de woonkwaliteit van deze woningen in twijfel, ook als gevolg van de Corio-activiteiten zelf.

Tot zover de belangrijkste inhoudelijke grieven. Pijnlijker wordt het als men betoogt dat de vrijstellingsprocedure niet voldoet aan de wettelijke eisen. Het zou niet volgens de oude WRO maar volgens de nieuwe wet moeten worden ingediend, want de bouwaanvraag zou na 1 juli 2008 zijn gedaan. Er zouden onvoldoende relevante stukken ter inzage hebben gelegen en de stukken die er lagen waren niet altijd de meest recente. Daarmee verzaakt men de actieve openbaarmakingsplicht, en dat mag dus niet, zegt art. 3.11 van het Awb.

Dat deze brief wel de grenzen opzoekt, blijkt uit argumenten waar V&D eigenlijk niets mee te maken heeft. Zo spreekt men over ontbreken van een monumentenvergunning, oppervlaktewatertoets niet ter inzage, ontbreken schonegrond-verklaring, ontbreken ontheffing in kader flora- en faunawet, geen inschatting planschade-risicoanalyse, en zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Ja, ook V&D is begaan met kasteelresten, muurvarens en broedende eksters.

In de afsluitende paragraaf wordt opnieuw betoogd dat de vrijstellingsaanvraag niet aan de wettelijke eisen voldoet waarbij men verwijst naar een uitspraak van de Raad van State van 31 mei 2006. Dat belooft nog wat.

Reacties

Laat een reactie achter op 47 a.d. Reactie annuleren