Energiecatalogus onder de loep

In door HBReageer op dit artikel

Na het [pers-moment] van rijk, gemeente, provincie, hoogheemraadschap en private partijen over het duurzaamheidsconvenant voor het stationsgebied, heb ik er niet zoveel meer over gelezen in de reguliere media. De [catalogus] verdient echter een nadere beschouwing en ik wil deze taak met plezier op me nemen. Misschien kan er hier nog een beetje discussie op gang komen.

Onder de duurzaamheidsparaplu wordt alles geschaard wat maar enigszins breekt met hoe we dingen in het verleden deden – of beter gezegd, verzuimden te doen. Die indruk blijft achter na lezing van de catalogus “Het Utrechtse Stationsgebied geeft duurzame energie”. Een rijk gesorteerde snoepwinkel aan proefballonnen en bewezen technologie. Zwart gras? Aardwarmte? 3D-bestemmingsplannen? Energetische fietsdrempels? Het gevaar schuilt erin dat vrijblijvend schouderophalen toeneemt omdat er nogal wat keuzes worden gepresenteerd die geen echte keuzes blijken te zijn. Er moet een partij zijn die de focus gaat leggen.

Energieneutraal willen zijn in 2030 heeft nogal wat consequenties. Je moet daarbij je tijd en middelen heel gericht inzetten. Het stationsgebied heeft veel tijd verloren door er in de contracten tot nu toe hoegenaamd geen letter aan te spenderen.

Laat ik beginnen met het gevoel van ambivalentie, dat me lezende bekruipt. Het stationsgebied gaat enorm groeien in gebruik, leisure en retail maken er een groot deel van uit. Hoog Catharijne is mode, trends, spenderen, consumeren. Meer meer meer. Zo’n luxueus winkelparadijs staat haaks op de grondgedachte achter een sustainable earth. Hoewel, er is een mouw aan te passen. Door duurzaamheid zo breed mogelijk te definiëren, dan kan iedere partij eruit halen wat hem bevalt.

Feitelijk gaat het bij het maken van keuzes slechts om twee principes. De [trias energetica] en [cradle to cradle]. Houd je je daar aan, kun je alle initiatieven toetsen en de kansloze terzijde schuiven. Ook kun je aanvullend een trias ecologica hanteren. Daarnaast moet voor het stationsgebied ook een groendoelstelling worden gemaakt. Dat heeft simpelweg met de leefbaarheid en aantrekkelijkheid voor mens en dier te maken. Die staat ernstig onder druk door de ruimtelijke verdichting. Koppel deze doelstelling los van het streven naar duurzaamheid: ze bestaan naast elkaar.

Als we beginnen bij de trias energetica, dan vinden we als eerste: energievermindering. In de catalogus passeert een aantal initiatieven die daarop inzetten. Maar het mag veel explicieter en taakstellender. Zet zwaar in op lager verbruik, meer inzet van apparatuur met label A, verlichte reclameborden weg, kantoren op 19 graden maximaal. Maak duidelijk dat het eigenlijk niet normaal is om in T-shirt te werken terwijl het buiten -10 graden is. Niet alles hoeft van de overheid te komen. Laten de burger, de kantoorhuurder en de winkelende mens, zich realiseren dat verstandig omgaan met natuurlijke hulpbronnen ons aller verantwoordelijkheid is.

Dan komen we op punt 2: inzet van hernieuwbare energiebronnen. In de catalogus buitelen de ideeën over elkaar heen en dat leidt zelfs tot een curieuze vermelding als een draaideur met dynamo. Nu schijnt er bij station [Driebergen/Zeist] echt zo’n ding te zijn gemonteerd. De energie die wordt opgewekt wordt gebruik voor, jawel, het laten branden van een plafondverlichting in de draaideur. (En het wordt nota bene gepresenteerd als een bijdrage aan een energiezuinig gebouw, maar dat is alleen maar omdat het een elektrische schuifdeur vervangt.) Het vermogen (Watt) dat een passant kan opwekken is kracht (N) maal verplaatsing (m). Dit gedurende enkele seconden per passant. Trek ervan af de transmissieverliezen. En je wilt bovendien dat ook zwakkeren de ruimte kunnen betreden, dus zo groot mag de kracht niet zijn. Zou je kijken naar de integrale milieubalans van zo’n oplossing, dus inclusief productie en transport, dan denk ik dat je het vliegensvlug in de prullenbak moet gooien. Symbooltechnologie.

En dan de vloer die energie geeft. Wat ik erover lees snap ik niet zo goed. Waarom kiest men niet voor een oplossing op basis van piëzo-materiaal: nauwelijks bewegende delen. Maar een verkeersdrempel die energie opwekt door stuiterende fietsbanden, mogelijk in te bouwen voor de Rabobrug, vind ik je reinste luchtfietserij. Ook hier geldt: vermogen is kracht maal weg. Bij deze oplossing is de weg heel erg klein, enkele centimeters hooguit. Het contactmoment is kort. Doe de rekensom en vergeet het verder.

Wat dan wel? Er staat genoeg inspirerends in de catalogus. Zet in op minder energiegebruik, minder luxe. Kies beproefde technologie: warmte- en koude-opslag, grootschalige inzet van zonnecellen. (Het woord zonnecollector kan ik, vreemd genoeg, in de catalogus niet terug vinden. Uit de mode?) Misschien een paar grote windturbines op daken. Maak gebouwen energetisch slim. Stel sedumdaken verplicht. Gebruik de ruimte multifunctioneel en intensief. Spreek besparingsdoelstellingen af. Maak logistiek efficiënter. Accepteer alleen afval dat kan worden hergebruikt.
De common sense-oplossingen kent iedereen al en worden elders al volop ingezet, business cases genoeg. Het stationsgebied heeft alleen nog een inhaalslag te maken.

Wat ik echt cool zou vinden is dat er een project zou komen dat inzet op vermindering van stroomverspilling door reclame. Waarom overal schermen, billboards met felle spots, enorme lichtreclames langs gevels, felverlichte etalages? We zijn toch niet blind? Draai één zo’n 500 Watt-spot uit en je bespaart de investering van een handvol draaideuren met dynamo!

Put your money where your mouth is. Ik hoop dat een volgende versie van de duurzaamheidscatalogus wolligheid vermijdt maar duidelijk kiest voor kansrijk en haalbaar, voor de oplossingen die zoden aan de dijk zetten. De gemeente Amsterdam, die vergelijkbare doelstellingen heeft, trekt de ultieme conclusie. Ze begin haar eigen [energiebedrijf] omdat ze denkt dat het de enige manier is om voldoende ecostroom te kunnen garanderen in de toekomst.

We zijn op een keerpunt in de tijd gekomen waarbij consumeren niet langer het leidend principe is. (Voor zolang het duurt…) De individuele verantwoordelijkheid van de burger en de private partijen mag dan ook wel wat sterker worden aangesproken. Immers: samen maken we van de wereld een zootje, we lossen het ook samen maar op.

Reacties

  1. Remco

    Helemaal mee eens!
    Zet in op maatregelen die echt wat betekenen en begin daarbij met het ombuigen van de commerciële basisgedachte dat het altijd meer en flitsender moet. Het kan ook samen!

  2. Remco J

    "alle gebouwen hebben een GreenCalc+ milieu-index gebouw van > 300" staat in de catalogus. Daar kun je mee rekenen maar http://www.gprgebouw.nl gaat verder… Dan nog vraag ik me af of co2 neutraal in 2030 haalbaar is.
    Wie weet helpen nieuwe inzichten tot die tijd…

  3. Anonymous

    Duurzaamheidskoning Aurora staat ook op losse schroeven, nu Econcern failliet is. NS en Evelop (ook van Econcern trouwens) gaan nu op zoek naar een nieuwe huurder en bieden het gebouw incl alle duurzaamheidsdingen aan. Afwachten dus of een nieuwe huurder dat ook wel wil.

  4. Herbert

    ^^ Tja, het staat groot in de avondkrant. Maar NS Poort heeft nooit willen toegeven wie de huurder zou gaan worden. Althans niet naar mij toe. Misschien dat ze zelf al een hele tijd bedenkingen tegen de haalbaarheid daarvan hadden en het daarom maar een beetje stil wilden houden. Dan vind ik het toch vreemd dat de bouw van Aurora nog heel recentelijk zo in de publiciteit is gebracht. Dat doe je toch niet als je geen huurder hebt? Ik denk dat het tij overigens snel kan keren, als grondstoffenprijzen weer gaan stijgen, want dat zou ook nog wel weer eens snel kunnen gaan. Want de natuurlijke voorraden zijn tijdens de crisis niet miraculeus gegroeid.

  5. Giordino

    Het is natuurlijk beter om te bezuinigen op al die onnodige reclame borden en spotlights.
    In plaats van veel moeite tijd en vooral geld in een niet rendabel/niet haalbaar project.

Laat een reactie achter op Remco J Reactie annuleren