Bouwvallige rotzooi

In Nieuws door HB1 Reactie


Een van de zaken waar de frontsoldaten in De Groote Oorlog het meest van onder de indruk waren, was het enorme vogelgezang dat opstak als na een dagen durend trommelvuur de kanonnen zwegen. Zodra de mensen hun territoriumstrijd staakten, haalden de vogels ogenblikkelijk in waar ze niet aan waren toegekomen. De veerkracht van de natuur is bewonderenswaardig.

Onze oude buurman in Niao, onze refugio aan de Asturiaanse kust, klaagde dat er nu lang zoveel vogels niet meer zijn als in zijn jeugd. Een wonderlijke opmerking, aangezien het daar nog met van alles wemelt en krioelt. Maar het is geen gezeur van een oud mens, ik weet wat hij bedoelt. Zelf mis ik namelijk de prachtig kwinkelerende leeuwerik en de nieuwsgierige koppies in het boerenzwaluw-nest. Iedere generatie telt zijn verliezen.

Welk verlies telt de generatie die nu bouwt? In het kader van de duurzaamheidsagenda van het Stationsgebied hebben Vogelbescherming en de gemeente de afspraak gemaakt lief te zijn voor de vogels. Gaan we lief zijn voor stadsduif en kauw, onze onbezoldigde vuilnismannetjes? Euh, nee. Wel voor mus en gierzwaluw.

We hebben sinds het begin van het weblog het idee dat de aandacht voor ecologie en groene invulling van het Stationsgebied geleidelijk aan iets meer wordt. Moest ook wel, want het was nul. Maar de projectorganisatie en partijen als CDA, toch met flinke vinger in de pap, blijven bij gelegenheid herhalen dat het nu eenmaal een stedelijk (en stenig) gebied is en we onze verwachtingen niet te hoog moeten stellen.

Nu maakt het vogels eigenlijk geen bal uit waar ze willen wonen. Lawaai, fijn stof, NOx, het kan hen niks schelen. Zolang ze maar voedsel hebben en een nestplekje. Nu is aan de nestel-eis met de nodige kunstgrepen wel te voldoen. Bomen, struiken, kieren, spleten, gleuven, gaatjes, nisjes. De Van Sijpesteijnkade niet slopen zou al helpen.

Maar wat doen we met voedsel? Een merel wil aan een regenworm kunnen trekken, een vliegenvanger vangt vliegen, een mees doet een moord voor smakelijke rupsjes of dikke bladluis. Waar halen we dat spul vandaan? Gaan de nieuwe Stationsgebiedbewoners voedselrijke jungles op hun balkons aanleggen? Zie het niet voor me. De uitgaande jonge urbans en de fijnstofvrije babyboomers die op deze wat duurdere appartementen afkomen zullen, en een enkele uitzondering na, musca domestica en zijn proteïnerijke soortgenoten weinig levensruimte willen geven.

Je doet de natuur het grootste plezier door een bouwvallige rotzooi te laten ontstaan. En dat is nu net iets waar wij Hollanders heel slecht in zijn. In het Stationsgebied ontstaat de komende jaren het volkomen tegenovergestelde. Tenzij de gemeente het aanleggen van vegetatiedaken en -gevels grootschalig oppakt, zal de vogelpromotie een marginale operatie blijven. We zitten dan ook met grote belangstelling te wachten op het eerste persbericht dat melding maakt van een substantieel areaal groen dak of gevel. Of van een richtlijn voor de ontwikkelpartners van de woningen, met name NS Poort en ING Real Estate, die in hun kleurenbrochures nadrukkelijk moeten wijzen op de ‘groene’ doelstellingen in het Stationsgebied. Dan hebben onze kleine vrienden wellicht nog een kans.

Op de foto een boomkruiper, de helft van een stelletje dat onze tuin aan de Daalsedijk gisteren bezocht. Hij zoekt zelf zijn eten en negeert de voedersilo en vetbollen. Andere recente bezoekers zijn onder andere staartmees, winterkoning, roodborst, huismus, vink, houtduif, pimpelmees, koolmees, merel, spreeuw en ekster, mogelijk zelfs koperwiek. (Verhulst heeft kennelijk dezelfde twijfel.) De zwarte roodstaart, overwegend een zomergast net als de gierzwaluw die in het persbericht wordt genoemd, kan ik me niet herinneren ooit in onze tuin, net naast het Stationsgebied gezien te hebben.

Reacties

  1. Rob

    Ik heb 3 jaar boven de Mediamarkt gewoond.
    Het enige dat ik er aan vogels ben tegengekomen waren nestelende duiven op mijn balkon die ’s morgens omstreeks een uur of 6 begonnen met koeren. Snapte niet dat die Frikandel met Joppiesaus vretende vliegende ratten zo hoog konden komen met vliegen.
    Verder was het er tijdens de schemering vergeven van de vleermuizen.

    Ik woon nu op een steenworpafstand van de 1e Algemene Begraafplaats (Soestbergen)aan de Gansstraat. Daar is het nog echt een feest wat je er aan vogels tegenkomt met als favoriet een bonte specht

Reageer