BU’s hartekreet van 7 januari jl over het verdwijnen van authenticiteit en de algehele vergrijzing (niet per se de kleur, maar het karakter) van het stationsgebied heeft enkele instemmende maar ook een aantal niet-begrijpende reacties opgeleverd: ‘Niet zo somber, het wordt nieuw en fris en daardoor komt het vanzelf goed. En kijk eens wat een opvallende gebouwen Stadskantoor en TiVre zijn.’ Etc.
Toch blijft het knagen. Neem het station. Utrecht krijgt vooral een efficiënte OV-terminal, gericht op ‘de groei van vervoersstromen’ en het maken van gezonde omzetten in de winkels. Het zal straks vooral imponeren door zijn omvang.
Rotterdam en Arnhem kenden we al, hier het nieuwe station Delft:
Raffinement, verbeelding – BU is jaloers.
[update] Filmpje van ProRail en Cu2030 over het nieuwe stuk hal. Daarop is al wat van de nieuwe ruimte en de interwijkverbinding te zien, maar nogal snel gemonteerd. Tip voor een volgende film: graag wat minder human interest en niet monteren als een muziekclip, maar als een VPRO- of Arte-docu. Dank, namens alle nieuwsgierigen.
Reacties
ik sprak na afgelopen schouw met de ProRail coördinator van het station. Hij zei dat er origineel nog een bedekking op het plafond zat maar dat het was wegbezuinigd. Verder zei hij dat de ruimtes onder de hal bij de perrons ook een ontwerp hebben liggen en dus mooier worden. Maar we moeten niet radicale dingen verwachten want er was niet een groot budget. Misschien kan iemand achter dat ontwerp aan?
Misschien kan dat plafond dus nog eens na een paar jaar in goede tijden erin worden gezet.?
ProRail is niet zo tegemoetkomend zodra je begint over de afwerking van het plafond. Ik stond bij dat gesprek na de schouw, en was degene die hem vroeg naar de status van de plafondafwerking. Je moet de erkenning dat de afwerking is weggelaten bijna uit hen trekken. Het is duidelijk dat ze het geen leuk onderwerp vinden. Ze proberen er dan ook een spin aan te geven, met reacties als “Een open, industriele ruimte heeft ook wel wat. Persoonlijk vind ik het erg mooi.”
Meer duidelijkheid kreeg ik een flinke tijd geleden via onderstaande reactie n.a.v. schriftelijke vragen:
“[…] Zoals toegezegd heb ik uw vraag uitgezet bij mijn collega’s van het project. Daarvan heb ik zojuist een reactie ontvangen. Hieruit blijkt inderdaad dat jaren geleden (in een eerdere versie van het bestek) sprake is geweest van een vlakke stalen afwerking van het plafond. Er is toen
vanwege de kosten ervoor gekozen om deze vlakke afwerking niet toe te passen. Het dak voldoet ook zonder de vlakke afwerking goed. Vooralsnog blijft het dak dus zoals het nu is.”
Deze reactie sluit perfect aan bij het beeld dat HB schetst: men kiest duidelijk voor een efficiente hal; het dak hoeft slechts te voldoen. Zo’n reactie spreekt boekdelen en staat in strak contrast met de andere vernieuwde stations in de randstad.
Tot op heden vond ik de eindeloze discussie (SSC) rondom de dakafwerking hoogst irritant. Teveel gezeik over details van een station met potentie.
Echter, ik moet bekennen dat ik recent enigszins van mening ben veranderd. De terminal voelt groots, en zal door zijn omvang en uitzicht over de sporen zeker indruk maken. Maar toch knaagt er iets. Het voelt als een net niet. De passie ontbreekt om er een karakteristiek gebouw van te maken. De afwerking is hier en daar zeer goedkoop. Het moet vooral voldoen als terminal – waar zeker wat voor te zeggen valt – maar het gevoel ontbreekt.
In dit artikel werd vergrijzing metaforisch gebruikt: in de terminal zie ik het vooral letterlijk terug. Een vlakke stalen afwerking van het plafond zou daar niets aan hebben veranderd: het blijft een grijs geheel.
Enerzijds snap ik de discussie. Anderzijds vergeten mensen dat het CS echt een transit terminal is met meer bezoekers dan Schiphol!
Het is ten principale niet de bedoeling dat mensen hier blijven hangen. Het vermijden van gezelligheid is vanuit die optiek dus vrij functioneel :-).
Op Schiphol was “grijs” ooit een design-filosofie. Luchtreizigers zijn van nature een beetje gespannen en een al te rommelige of kleurrijke omgeving zou dat alleen maar versterken. Daarom werd gekozen voor een inrichting met veel neutrale tinten en heeft men zeer bewust felle kleuren gereserveerd voor de bewegwijzering.
Net als Schiphol is Utrecht Centraal ontworpen door Benthem Crouwel en je ziet een vergelijkbare vormentaal terug komen. (Maar dat zou geen excuus mogen zijn voor een goedkope afwerking)
Kaal en kil. In de zomer zal het nog wel gaan maar in de winter is het een koude grijze kille bedoeling zonder zit comfort. Dat stoort mij het meest, geen verwarmde zitruimte. De enige plek waar het warm is, zijn uiteraard de winkels. Daar waar alle ProRail en NS berichten spreken over reizigerscomfort.
Het plafond glad afwerken had het karakter van de vorm kunnen versterken. Het komt nu vooral over als een industriële hal met golfplaten. Tel daarbij een donkergrijze vloer en massieve glazen kiosken in twee rijen. Een beetje surrealistisch. Hier een sneak preview:
Michiel noemt het op 14/02/2015 om 20:33 het gevoel als een net niet. Dat is in mijn ogen ook een goede omschrijving van de stad Utrecht als geheel. Is Utrecht de kleinste van de grote steden, of de grootste van de kleine steden?
Een tekenend staaltje van dat net niet kwam ik tegen bij mijn onderzoek naar de Grote Ster, een stuk kunst van André Ramseyer. Het staat op het Geertebolwerk (wat overigens nooit een militair bolwerk is geweest), waar de singel verdwijnt in de spuikoker. Ik was nieuwsgierig wat hiermee zou gebeuren wanneer de singel uiteindelijk ook hier weer opengelegd wordt, maar dat kon ik niet vinden. Over een verdwijning ervan verwacht ik in elk geval minder krokedillentranen dan over de sloop van de graffiti-tunnel.
Wat ik wel ontdekte is dat volgens het Utrechts Archief hier geen origineel kunstwerk staat. Dit is het derde afgietsel van het uit 1966 daterende beeld. De eerdere exemplaren staan in Bern en Napels. Inderdaad, net niet.
Oftewel: Als een ster een gat wordt weet je één ding zeker: Je wordt genaaid.
Utrecht cs is net niet. Den Haag cs is echt niet. Beter net niet dan echt niet. Er wordt in Utrecht tenminste nog geprobeerd om iets aan de grootschalige en hardnekkige stedenbouwkundige problematiek in het gebied te verbeteren (of dit slaagt moet de toekomst ons leren) terwijl gelijksoortige problematiek in Den Haag voor lief wordt genomen. In Den Haag hebben we dan misschien wel een mooi plafond maar het effect daarvan wordt compleet teniet gedaan door de omgeving (tramsporen voor de hoofdentree, viaducten, stichthage, het busplatform, een niet goed draaiend winkelcentrum, een leeg winderig voorplein, een weinig levenduge aanlooproute vanuit het centrum en ga zo maar door). Als het plafond van Utrecht Cs het enige is waar het aan het einde van de totale gebiedsontwikkeling aan schort dan lijkt me er weinig aan de hand… Het had écht niet kunnen zijn!
Zeker, Den Haag CS is inderdaad een goed voorbeeld van “echt niet”.
De ontwikkelingen in het Utrechtse stationsgebied brengen een hoop goeds. Het losgeknipte station oogt en functioneert straks een heel stuk beter dan nu. Liever dat dan geen vooruitgang. Hetzelfde met nieuw HC: niet iedereen zit op die overkluizing te wachten, maar in zijn geheel is het zeker beter dan wat er nu staat.
Echter, daaruit ontstaat wel de vraag of dit gebied niet excellentie verdiend. Omdat het al zo lang een doorn in het oog is, verdiend het juist dat beetje extra aandacht om het helemaal geweldig te maken. Waarom genoegen nemen met iets wat ‘eventjes’ vooruit kan? Verdiend dit gebied niet meer?
Ik zie tot nu toe in wat is gerealiseerd twee onderdelen die wat mij betreft excellent genoemd mogen worden: de gestapelde muziekstad TiVre en de grote trappen van plein West, een echte blikvanger en mensenmagneet.
Het Stadskantoor is vooral een goede zet qua bundeling van bestuurlijke energie. Het ontwerpconcept van de vele schuine lijnen, inwendig en buiten, is snel uitgewerkt en gaat ook wel irriteren omdat het zo nadrukkelijk overal iets denkt te moeten inbrengen. Als er iets in het gebouw ontbreekt, dan is het wel rust, concentratie.
Wat de ontwerpen betreft kan de Rabobrug een aardig accent worden, maar dat zullen we pas weten als het af is en de combi van strak en groen goed werkt. Verder het dak van plein Oost, met de zwevende quasi-honingraten, al van ver uit de trein te zien.
Een jumbo fietsenstalling bouwen is leuk op papier, maar in de praktijk vooral onzichtbaar en prozaïsch, met zijn complexe beheeruitdaging.
Het stationsgebied krijgt, door het wegvallen van de centrale bibliotheek, vermoedelijk geen opvallende culturele invulling meer naast wat er al is. Het lijkt of met deze bestuurlijke nederlaag de lat een beetje lager gelegd wordt. Verkeer, viaducten, hov, parkeergarages, kantoren: daar lijkt het nu vooral om te draaien.
Het begon ooit met een ufo en een reusachtige mus op daken in het centrum. Dat was gek, spannend. Nu hebben we de gebreide hipster-theepot op HC waarvan mij eigenlijk altijd de portee ontgaan is. Dat ding staat opvallend zichtbaar op een stalen frame, netjes opgelijnd met het dak, waardoor de hele grap weg is van het toevallig neerzetten door een reuzin. Next zal een groot plastic beeld van Nijntje zijn op Stationsplein Oost, wedden? Hebben we met de crisis ook meteen de verbeelding ten grave gedragen?
Ben het er absoluut mee eens dat dit gebied een beetje extra verdient. Er bestaat echter ook zoiets als een overkill aan “extra”. Aan de centrumzijde krijgen we nog het stationsplein, het bubbledak boven het stationsplein, de drukke schelpengevel van het voorzetgebouw en een grillig noordgebouw + paviljoen. Misschien juist wel goed dat de stationshal dan wat minder om aandacht scheeuwt… Het is wat mij betreft een grote balanceeract.
In het kader van de “net-niet”heid is mijn frustratie het nieuwe Jaarbeursplein. In potentie een mooi plein met museumplein achtige properties en kans om enige zachtheid in het gebied te brengen naast al het grijze beton. De Utrechtse stadsmakers hebben er echter voor gekozen om er vooral een heel kaal stenig plein van te maken. Dit met als reden dat er gedemonsteerd en er evenementen gehouden moeten kunnen worden (kan op het museumplein ook toch). Ik begrijp niet waarom men een stukje Rotterdam in Utrecht wil maken.
Dat schijnt in het definitieve ontwerp afgezwakt te zijn! Dus ‘bomiger’, minder uitgestrekt. Maar hoe en wat het dan wel wordt, heeft POS nog niet aan ons gemeld, een verzoek staat uit. De beelden die daarvan enkele weken geleden zijn gepubliceerd riepen bij ons namelijk ook vragen op.
Op het Jaarbeursplein willen ze toch nog een gebouw neerzetten? Wat mij betreft wordt het dan “echt niet”. Er blijft dan namelijk feitelijk nauwelijks nog iets over wat de naam plein mag dragen.
Wat mij betreft bouwen ze dus die parkeergarage en komt er een taxi-standplaats, en that’s it. Kijken we daarna wel hoe we de plinten gaan inrichten met leuke cafeetjes en dergelijke. NH zou dan best z´n café naar de andere zijde kunnen verplaatsen wellicht. Bomen en gras kunnen dan ook makkelijk.
Ik was laatst weer een even terug in de stad waar ik ooit opgroeide. Vol verwachting en nieuwsgierig ging ik alle bouwwerken bekijken die ik op deze BU site bijna wekelijks volg.
Eerst de monumentale trap op aan het Jaarbeursplein naar de in aanbouw zijnde nieuwe stationshal. Op een schutting hingen veelbelovende ‘artist impressions’ van de architect: transparante hal met heel veel licht. Dus snel naar binnen… Oef, dat viel even tegen. Het is natuurlijk nog lang niet klaar, maar de eerste indruk was: wat oogt het hier somber. Het plafond hing als een donkere wolk boven de reizigers. Deed me meteen denken aan de hal van het NS station op Schiphol. Ook grote glazen buitengevel, een gebogen dak en ook zo’n sombere uitstraling. Pas als je even doorloopt naar het luchthavendeel wordt het weer fris en vrolijk. Het is dus een typisch probleem van grote hallen. Het plafond oogt donker en dat beïnvloed je hele beleving van de ruimte, het is immers het grootste zichtbare vlak. Ook al is het wit, het oogt grijs.
Dat komt omdat er geen direct licht op valt. Het daglicht komt schuin van boven de ruimte binnen en licht vooral de vloer aan. Een hele lichte vloer wil nog wel eens helpen maar anders blijft het somber en grijs ogen. In Delft hebben ze dat slim opgelost door verticale lamellen aan het plafond te hangen. Die witte banen vangen het buitenlicht op en dat geeft meteen een vriendelijker sfeer en een lichte hal. Om Utrecht ook wat lichter te doen lijken, zou je op de daken van de winkeltjes witte platen kunnen leggen die het invallende licht naar boven reflecteren. Voor een groter effect kun je op de winkeltjes spiegels leggen. Deze kun je eventueel iets kantellen om het licht te verspreiden over het hele plafond. ‘s-Avonds heeft het ook effect omdat je het licht van de lampen weer omhoog gereflecteerd.
Samengevat: Plafonds ogen vaak donkerder omdat er geen direct licht op valt.
Hoeveel daglicht er ook binnen valt, grote donkere plafonds geven een hal een sombere uitstraling. Architecten moeten daar een intelligente oplossing voor bedenken en zorgen dat de werkelijkheid net zo helder en licht wordt als ze met hun ‘artist impressions’ willen suggereren.
Interessant idee, en op zich ook goed uitvoerbaar nadat de boel klaar is denk ik. Maar vergeet niet dat ook de zijwanden straks doorzichtig zijn en dat de oude hal nog weg moet. Dat zal nog wel flink wat schelen qua lichtinval denk ik zo, dus eerst maar even zien hoe het uitpakt als de boel klaar is.