Een van de ontwerpdoelstellingen van het stationsgebied is dat gebouwen duidelijke grenzen kennen zodat je je als bezoeker altijd kunt oriënteren. Als je vanuit het westen de singel oversteekt maak je de stap naar de binnenstad in ruimtelijke beleving. Vredenburg is straks een echt stadsplein met rondom winkels en woningen. De consequentie van deze doelstelling is dat gebouwen als het nieuwe HC-entreegebouw, De Vredenburg en TiVre alzijdige gebouwen zijn, rondom begrensd door straten, rondom menselijke interactie.
Bij de invulling van de gebouwen, zowel tijdens ontwerp, bouw als gebruik, maakt men keuzes die stedenbouwkundige dromen in de wielen rijden. Een goed voorbeeld daarvan is het straatje Vlaamse Toren. Smal, hoge intimiderend gevels, weinig licht. Corio hing de etalages vol met niksige posters en TiVre maakte er de artiesteningang – wat moet je er verder mee.
Maar als je denkt dat het straatje zich daarmee gewonnen geeft, nee hoor. Het revancheert zich door een mooi geordende fietsenstalling te bieden. Geheel autonoom. Geen etagerekken, wel een grote capaciteit. Geen beheer maar ook geen rommel. Efficient – geen ambtenaar, raad of wethouder is er aan te pas gekomen. Misschien juist daarom wel.
Vergeet al die oplossingen waarbij fietsers in kelders moeten afdalen en vervolgens met bovenste plek van een etagerek moeten worstelen: duur en inefficient. Vergeet malle dingen als fietsverwijssystemen. Uit de aard van het beestje parkeert een fietser aan de rand van het doel (in dit geval voetgangersgebied) en na gedane zaken haalt hij hem daar weer op. Leidt dat gedrag in goede banen en klaar ben je. (Of rehabiliteer de voetganger, nog beter.)
BU vindt daarom Vlaamse Toren eigenlijk best een geslaagd stukje nieuw stationsgebied. En nu bestuurlijk met rust laten, ok?
Reacties
Helemaal mee eens, al blijft het natuurlijk een grote fout van Corio om van de huurders niet te eisen dat er aan alle kanten entree zijn van de winkel. Hopelijk gaat dat bij de straat tussen het entreegebouw en TiVe straks beter.