Stationsplein Oost in Welstand

In Nieuws door HBReageer op dit artikel

Voor de tweede keer ter bespreking in de Welstandscommissie, het definitief ontwerp van Stationsplein Oost. Een weerslag van het overleg met Ector Hoogstad Architecten vind je in de doorlees.  Aan de orde kwamen sociale veiligheid, de overgangen tussen de helder vormgegeven maar erg verschillende onder- en bovenwerelden, de groeikansen van de bomen, aansluiting van plein op bebouwing en nog veel meer. Men wil verder uitgewerkte voorstellen om de twijfels weg te nemen.

[quote uit de notulen van 8 oktober:]

Stationsplein-Oost
(Ont) Definitief ontwerp
Aanvraag: Gemeente Utrecht, POS
Ontwerp : Ector Hoogstad Architecten
(notulen 06/11 2012)
Status : collegiaal overleg
Onderwerp van bespreking is het definitief ontwerp voor het Stationsplein-Oost met de aansluitende trappen. Stedenbouwkundige Rademakers geeft aan dat het plaveisel van voornamelijk gebakken klinkers op maaiveldniveau, via de trappen overgaat in vooral natuursteen op het hoger gelegen plein. Bomen op trappen en plein worden in grote, ronde plantbakken geplaatst, die een gelijkwaardige groei aan die van de maaiveldbomen moeten garanderen. De natuurstenen rand rond de bakken biedt een zitmogelijkheid. Het vrij gevormde dak boven het plein, de ‘wolk’, bestaande uit gekoppelde, gelijke ringen, voorzien van transparante ‘kussens’, is aan de onderzijde detailloos; alle technische voorzieningen bevinden zich aan de niet zichtbare bovenzijde. Lage, afgeschuinde glazen cilinders op het plein markeren de entrees naar de daaronder gelegen drielaagse fietsenstalling en zorgen tegelijk voor daglichttoetreding. De vormgeving van de maaiveldentrees tot de fietsenstalling, inclusief liften e.d., is nog in studie en er zullen nog verkeerstechnische aanpassingen plaatsvinden. De doorgaande fietsroutes door de stalling, tevens ontsluitingsroutes, volgen de omtrek van de stalling. In de gevels zijn openingen opgenomen ten behoeve van oriëntatie en contact met de buitenwereld. De voetgangersroutes vormen per laag een rechte lijn, die van begin tot eind is te overzien. Het fietsparkeren ligt haaks op de hoofdroutes. Lange, dichte wanden in het gebruiksgebied worden zoveel mogelijk vermeden; voor de dragende functie zijn waar nodig en mogelijk reeksen kolommen ingezet. Ten behoeve van de geluiddemping worden de wanden met houten elementen bekleed. Vloerranden zijn van prefabbeton, balustrades van glas. Uitgangspunt is eenheid in detaillering voor vergelijkbare onderdelen. De verlichtingsplannen voor plein en stalling worden zorgvuldig op omgeving en gebruiksdoel afgestemd.

Reactie van de commissie
De commissie constateert een geheel verschillende boven- en onderwereld, die op zich helder lijken te zijn georganiseerd en vormgegeven, maar juist de plaatsen waar deze twee werelden elkaar ontmoeten, roepen vragen op zowel ruimtelijk als in materialisatie. Daarnaast wordt gevraagd de bovenwereld nog te presenteren in een realistisch omgevingsbeeld: de omgeving is hier kleurrijk, de inrichting contrastrijk, hoe verhoudt dat zich tot elkaar? Ook is er de vraag hoe het plein aansluit op de gebouwen. Ten aanzien van de bomen valt op dat er kleine boomspiegels zijn ingetekend: op dek als in de grond moeten dezelfde groeikansen geambieerd worden. Wat betreft de fietsenstalling is er zorg over de sociale veiligheid, ook gevoelsmatig.

Conclusie
De commissie heeft een aantal wezenlijke vragen over de voorstellen en hoopt in een nadere sessie hier antwoord op te krijgen. De commissie vraagt zich af of het gekozen contrast in een contrastrijke omgeving een langdurig gewaardeerd beeld oplevert. Ten aanzien van de bomen wordt de gelijke groeikans betwijfeld. Als belangrijke voorwaarde voor het slagen van de tunnel in de fietsenstalling geldt de sociale veiligheid: is dit voldoende op alle details doordacht? De overgang van binnen naar buiten en de aansluitingen van ‘gebouwd’ op de openbare ruimte zijn nog te onduidelijk om er een uitspraak over te kunnen doen. De commissie ziet een uitgewerkt voorstel tegemoet.

Reageer