Stop moeilijk doen over die trappen

In Nieuws door HB3 Reacties

Dat is ongeveer de strekking van de beantwoording door de wethouder naar aanleiding van discussies over het bestemmingsplan langzaamverkeersbrug Moreelsepark. De Rabobrug dus. Ga nu maar gewoon akkoord, beste gemeenteraad, anders belanden we in een soort juridische en planningtechnische  hel. Fijne ironie in de passage over “onafhankelijke en deskundige bureaus”. Het geeft weer aan hoeveel wantrouwen er is bij zekere fracties. Als wij Corio waren zouden we overigens snel voor die trappen kiezen. Dat scheelt toch weer flink wat reizigers langs Winkelparadijs OV-terminal Utrecht, aka de concurrent. Lees de brief in de doorlees.

[Integrale quote uit de brief. Kijk voor de notities even bij deze link.]

In de commissievergadering van 8 oktober jl. heb ik vier toezeggingen gedaan naar aanleiding van het agendapunt “bestemmingsplan langzaam verkeersbrug/ Moreelsepark”.

Bij dezen wil ik hieraan voldoen.
1. Organisatie prijsvraag m.b.t. de naamgeving van de langzaamverkeersbrug
De Projectorganisatie Stationsgebied schrijft samen met de Rabobank een prijsvraag uit om tot de definitieve naam van de brug te komen. De regels die gelden bij deze prijsvraag worden in samenwerking met de straatnamencommissie gemaakt. De prijsvraag start begin 2015. Bekendmaking van de definitieve naam vindt plaats bij de officiële bouwstart (rond de zomer van 2015).

2. De wijze waarop loopstromen in het Stationsgebied in beeld zijn te brengen.
Zie allereerst daarvoor bijgaande notitie. [opm. BU: zie onderaan] Concluderend stel ik voor het loopstromenonderzoek van 2012 (voorlopig ontwerp Stationsplein oost) als nulmeting te gebruiken en gedurende vijf jaar het loopstromenonderzoek uit te voeren. De resultaten hiervan komen in de jaarlijkse voortgangsrapportage (december).

3. Nadere toelichting op de voorwaarden zoals opgenomen in het bestemmingsplan waaronder kan worden overgegaan tot realisatie van de trappen naar het perron (artikel 8.3 onder c)
Deze voorwaarde is erin gekomen naar aanleiding van de uitvoerige discussie die hierover de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden. Kortheidshalve verwijs ik naar de besluitenhistorie.
De toevoeging in artikel 8.3 onder c “een onafhankelijk en deskundig adviesbureau middels een schriftelijke rapportage” is strikjuridisch genomen niet nodig. Gelet op de specifieke kennis die daarvoor nodig is, gebeuren dergelijke onderzoeken per definitie door een onafhankelijk en deskundig bureau1. Dat zij schriftelijk rapporteren, behoeft geen betoog. De toevoeging is te beschouwen als een pro forma bepaling.
De toevoeging met de woorden “veilige loopstromen” en “duurzaam” zijn zeer essentieel. De formulering is het resultaat van intensief overleg met betrokken partners en doet recht aan de betrokken belangen.
De risico’s om op andere gronden dan de hierbovengenoemde, tot aanleg van de trappen te komen, zijn van juridische en planningstechnische aard.

Juridisch publiekrechtelijk
Hoog Catharijne bv heeft aangegeven gebruik te zullen maken van zijn rechten en in beroep gaan tegen het bestemmingsplan. Afwijkingsbevoegdheid artikel 8.3 onder c. zal daarbij van doorslaggevend belang zijn in de beroepsprocedure of het bestemmingsplan stand zal houden. Artikel 8.3. Onder c. geeft blijk van respect voor de privaatrechtelijke afspraken met Hoog Catharijne bv. Deze bepaling zorgt er bovendien in juridische zin voor dat er geen sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering (t.w. schadeclaims en vorderingen) die realisering van het bestemmingsplan (inclusief afwijkingsbevoegdheid) binnen de planperiode (10 jaar) mogelijk maakt. Ten slotte getuigt de bepaling van een goede ruimtelijke ordening aangezien de gebundelde voetgangersstromen van belang zijn voor het optimaal functioneren van zowel de centrumboulevard, Stationsplein Oost als Nieuw Hoog Catharijne.
Zonder de bepaling in 8.3.c. kan de Raad van State tot het oordeel komen dat een evidente privaatrechtelijke belemmering (namelijk overeenkomsten Corio) het bestemmingsplan in de weg staat binnen de planperiode om tot gebruik van trappartijen over te gaan. Dit maakt de kans groter dat het bestemmingsplan op grond daarvan wordt vernietigd.
Zie ook onze brief langzaam verkeersverbinding over het spoor bij Moreelsepark van 9 juli 2013 waarin we onze positie t.o.v Corio bepaald hebben en tevens hebben aangegeven dat realisatie van trappen slechts na overleg met betrokken partijen alsnog aangebracht kunnen worden.

Planning
In direct verband met het juridisch afbreukrisico staat de planning van het project Rabobrug. Gezien de realisatie van de brug boven het drukste OV-knooppunt van Nederland en boven gronden in eigendom van ProRail is een en ander gebonden aan strenge regels en afspraken die gemaakt zijn over de planning en uitvoering van de brug. Achtergrond is dat voor het bouwen van de brug sporen buiten gebruik genomen moeten en deze overlast zoveel moet worden beperkt door gelijke uitvoering met andere spoorprojecten (o.a. DSSU). Wanneer de Raad van State tot het oordeel komt dat het beroep tegen het bestemmingsplan (en de omgevingsvergunning) gegrond is, kunnen we niet tot uitvoering overgaan gelijktijdig met andere spoorprojecten en is de kans groot dat uitvoering van de langzaamverkeersbrug zeker tot na 2020 moet worden uitgesteld. Het is dan maar zeer de vraag of er dan überhaupt nog een langzaamverkeersverbinding gerealiseerd kan worden.
ProRail start in december 2013 met de aanbestedingsprocedure van de langzaamverkeersbrug, zoals vermeld in de commissiebrief van juli 2013 en hiervoor is uiterlijk 1 december een door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan vereist. Aanpassing van het bestemmingsplan brengt dus ook de planningstechnische haalbaarheid van de langzaamverkeersverbinding direct in gevaar.
Al eerder heeft het college u bericht dat publiekrechtelijk de gemeente via het bestemmingsplan een bepalende positie heeft.
Indien hiervan gebruik wordt gebruikt in afwijking van de gemaakte privaatrechtelijke afspraken, ontstaat barsten in de vertrouwensrelatie tussen de gemeente en de investerende partijen. Bovendien geeft de gemeente daarmee ook een negatief signaal af naar partijen die met toekomstige ontwikkelingen bezig zijn.

4. Te onderzoeken of het oorspronkelijke verloop van de Kruisvaart in beeld kan worden gebracht Deze suggestie wil ik meenemen in een onderzoek naar de stedelijk historische en toeristisch betekenis van het Stationsgebied.
Omdat het gebied zo ingrijpend verandert, stel ik mij voor dat op geschikte plaatsen, informatieborden of andere mediatieve uitingen worden aangebracht wanneer gebiedsdelen zijn herontwikkeld.
Een voorbeeld daarvan is de archeologische informatie in de fietsenstalling onder het woonwinkelgebouw.

1) ook de afdeling Onderzoek van Interne Bedrijven voert zelf geen loopstromenonderzoeken maar besteedt dit soort opdrachten uit aan de deskundige bureaus.

[En hier het stuk over de loopstromen op Stationsplein Oost, integraal:]

Loopstromen Stationsplein oost

In het verleden is deze materie verschillende malen aan de orde gekomen. Gelet op de discussie in de raadscommissie Stad en Ruimte van 8 oktober 2013 en de toezegging die de wethouder Stationsgebied deed, wordt in deze notitie stilgestaan bij de voorgeschiedenis, het verloop van het loopstromenonderzoek tot nu toe en de methode om te komen tot onderzoek naar de loopstromen naar Hoog Catharijne.

De plangeschiedenis
Bij de aanleg van Hoog Catharijne in de jaren ’60 van de 20ste eeuw, is gekozen voor een stedenbouwkundige vloeiende overgang (overdekt) van het centraal station naar het winkelcentrum. Weliswaar waren er direct bij de overgang (die ook nu zichtbaar is), zij-uitgangen naar het busstation en SUNIJlijn aan de zuidzijde en naar het taxiplat en busstation in het noorden. De opzet was dat het overgrote deel van de bezoekers via Hoog Catharijne zijn weg zou vinden naar het oude centrum (of uiteraard zou blijven in Hoog Catharijne zelf).

Principes van het Masterplan
Bij het Masterplan Stationsgebied (en de voorlopers daarvan), werd om meer redenen gekozen voor een andere principe. Bij het definitief ontwerp van de OV-Terminal in 2006 is hier uitvoerig op ingegaan. Zie daarvoor de bijgevoegde brief van 27 juni 2006. Aanvankelijk werd gekozen voor een beperkte plaat aan de noordoostzijde van de terminal, een brug naar Hoog Catharijne en twee trappen aan de noord- en zuidzijde op maaiveld.

Mede omdat de brandweer aangaf dat de capaciteit van die trappen onvoldoende was, is toen gezocht naar een ander model.
In latere jaren hebben wij u hierover intensief en meermalen geïnformeerd. Zie hiervoor de bijgevoegde besluitenhistorie.
Het toenemend fietsparkeervraagstuk, het besluit om de Uithoflijn aan de oostzijde te situeren, het overvolle programma op een klein gebied en de verwachte loopstromen maakte dat het roer om moest.
Uiteindelijk is gekozen voor een sterk vergroot Stationsplein oost met trappen naar de noord- en zuidzijde. De raad stemde in zijn vergadering van 14 maart 2013 hiermee in.

Loopstroomonderzoeken tot nu toe
Loopstromen in het Stationsgebied vormen een belangrijke basis waarop de diverse plannen zijn gebaseerd. In dat kader heeft er loopstromenonderzoek plaatsgevonden.

Op basis van het masterplan zijn loopstromen doorgerekend voor het gehele Stationsgebied. Hierop heeft ProRail voor de OVT een model ontworpen die gedetailleerd voor de definitieve situatie en voor de diverse tijdelijke situaties de loopstromen in beeld brengt. Het gewijzigde plan voor Stationsplein oost is ook doorgerekend op basis van dit model, met als doel te bepalen welke capaciteit noodzakelijk is voor de diverse toegangen van de fietsenstalling.

De loopstroom onderzoeken in het Stationsgebied hebben tot vorig jaar de volgende onderzoeken gediend:
– Benodigde capaciteit in de definitieve situatie
– Benodigde capaciteit in de tijdelijke situaties
– Veiligheid (evacuaties) in definitieve situatie
– Veiligheid (evacuaties) in tijdelijke situaties
Vanuit de raadscommissie is gevraagd een loopstroom onderzoek te doen die de wijzigingen in aantallen bezoekers op het plein weergeeft van het nieuwe plan ten opzichte van het plan ten tijde van de contractvorming.

Op basis van het volgende stappenplan kunnen deze loopstromen in beeld gebracht worden:

– Inventarisatie cijfers van 2006:
o Uitgangspunten van het model
o Input in het model:
Groei reizigers
Groei economie
Scope en demarcatie
o Resultaten van het model

– Opstellen basismodel 2006 met dezelfde uitgangspunten
– Doorrekenen basismodel 2006 met alleen gewijzigde plan Stationsplein oost
– Vergelijken met de huidige modelgegevens

Op basis van bovenstaande manier is het mogelijk de consequenties op de loopstromen van alleen de planwijziging Stationsplein oost door te rekenen. Tevens kunnen we op deze manier laten zien welke invloed de planwijziging Stationsplein oost heeft gehad ten opzichte van overige invloeden, zoals andere planwijzigingen, groei reizigers en economie.

Het loopstromenonderzoek uit 2012 (besluitvorming voorlopig ontwerp Stationsplein oost) wordt als nulmeting gebruikt en wordt gedurende vijf jaar herhaald.
De resultaten hiervan komen in de jaarlijkse voortgangsrapportage (december).

Reacties

  1. Erik

    Ik zie het zo gebeuren dat door besluiteloosheid van de gemeente dat ding er gewoon nooit komt. Terwijl hij zo enorm hard nodig is. Al vele, vele jaren.

Reageer