Welstand over Stationsplein Oost

In Nieuws door HB3 Reacties

Zicht op het plein, met links de nieuwe entree van het winkelcentrum, rechts de ingang van het station. Onder het plein bevinden zich een fietsenstalling en de sneltram-perrons. (Beeld Gemeente Utrecht, Ector Hoogstad Architecten)

Op 6 november boog de Welstandscommissie zich voor het eerst over de plannen van Stationsplein Oost en het nieuwe voorzetgebouw van Hoog Catharijne, in het kader van het bestemmingsplan. Het is op basis van een beeldkwaliteitplan en een stedenbouwkundig plan en heeft de status van collegiaal overleg. In de doorlees een volledige (lange) quote van deze bijeenkomst.

[quote uit de notulen:]

Stationsplein-Oost
(Ont) Definitief Stedenbouwkundig Plan en Beeldkwaliteitplan
De uitgangspunten van het stedenbouwkundig plan zijn besproken in het overleg Stedenbouw – Welstand (vrijdagoverleg). Stedenbouwkundige Rademakers licht de hoofdlijnen aan de commissie toe. Het plangebied betreft de Stationsstraat, het verhoogde stationsplein tussen Hoog-Catharijne en de OV-terminal, het Noordblok en het Zuidblok. Tezamen vormen ze de ‘Stationsallee’. Leidend voor het Stedenbouwkundig Plan zijn het Referentiekader Openbare Ruimte en het Masterplan Stationsgebied met het daarin vastgelegde bouwhoogteregime. De allee loopt op van straatniveau naar het verhoogde stationsplein. In de allee en de bebouwing aan de oostzijde is een knik gemaakt, waardoor de terugliggende OV-terminal toch prominent in het zicht ligt. Aansluitend op de binnenstad bestaat de verharding uit klinkerbestrating en worden verstrooid bomen geplant. Duidelijke straatwanden definiëren de ruimte. Deze bestaan aan de oostzijde uit een aan de bestaande bebouwing toegevoegde plint, die zich presenteert als basement en wordt uitgevoerd in hoogwaardig materiaal – bijvoorbeeld natuursteen. Om de basementfunctie te benadrukken, heeft de plint een eenduidige hoogte, die eventueel wordt geaccentueerd met groen op het achterliggende verdiepingsdak. Een strak systeem van gevelopeningen legt een relatie tussen de straat en de binnenwereld. Gestreefd wordt naar een levendig, gemengd programma van winkels en horeca, met uitstalruimten en terrassen. Het voorzetgebouw markeert de entree naar Hoog-Catharijne en vormt een verbijzondering in de plintzone. Qua korrelgrootte zijn het Noord- en het Zuidblok aan de westzijde ondergeschikt aan de OV-terminal, de ‘Inktpot’ en de nieuwe bibliotheek. Het Noordblok wordt gefaseerd ontwikkeld en bestaat uit een tweelaags paviljoen aan het stationsplein en langs het spoor, met de mogelijkheid hogere, zelfstandige volumes toe te voegen. Langs de Stationsallee is de bebouwing tenminste 25 m hoog met hogere accenten als optie. Het Zuidblok is zo gepositioneerd dat dit het zicht op de OV-terminal vanuit het Moreelsepark niet belemmert en heeft eveneens een minimum hoogte van 25 m. De gevel staat in de oorspronkelijke rooilijn en het busstation is integraal onderdeel van het gebouw. De aanlanding van de Rabobrug in relatie tot het Zuidblok is in studie.

Reactie van de commissie
De commissie reageert op hoofdlijnen positief, maar noemt enkele aandachtspunten. Een hoogwaardige plint die de bestaande bebouwing aan de oostzijde van de Stationsallee draagt, bevordert de eenheid. Deze zou rondom de bebouwing, ook aan de zijde van de Catharijnesingel moeten worden doorgezet en niet ‘bepaald worden’ door de begrenzing van het Beeldkwaliteitplan. Ervan uitgaande dat het Oostplein niet voor, maar naast de OV- terminal zou komen te liggen, is de entree van de terminal overhoeks gesitueerd. Nu het stationsplein zich tussen dit gebouw en de entree naar Hoog-Catharijne bevindt, ontstaat een onlogische route naar de stationshal en is de vide tussen de OV-terminal en het plein niet vanzelfsprekend. De getoonde beelden laten uiteenlopende toepassingen van groen zien. De commissie adviseert het aantal varianten te beperken en groen stedenbouwkundig in te zetten.

Conclusie
De commissie omarmt de ruimtelijke opzet van de Stationsallee als middel om verschillende belangen in het gebied te verenigen en ruimten te definiëren. Echter, de vide tussen de OV-terminal en de straat verzwakt de ruimtewerking en creëert onlogische routes; het zou logisch zijn dat de OV-terminal reageert op de aangepaste inrichting en routing. De toevoeging van een plint als bindend element wordt ondersteund, waarbij wordt opgemerkt dat deze aan de Catharijnesingel moet worden doorgezet. Voor de zuidwestzijde van de allee, het Zuidblok, is de plint nog niet overtuigend in beeld gebracht en is voor de commissie nog een punt van aandacht. Het groenplan laat een overdaad aan middelen zien; daarin zou meer rust moeten worden gebracht.

Catharijnesingel / Smakkelaarsveld / Moreelsepark / Stationsplein
(Ont) Voorlopig ontwerp Voorzetgebouw
Architect Chemyakin licht toe dat het voorzetgebouw de eerste fase van de renovatie van het bestaande deel van Hoog-Catharijne betreft. De huidige bebouwing presenteert zich als introvert en gesloten, functies zijn niet afleesbaar. Met de renovatie wordt onder meer beoogd Hoog-Catharijne een nieuwe, uitnodigende uitstraling te geven. Tegenover de OV- terminal wordt een entreegebouw gerealiseerd, passend in het hoogteregime van het Masterplan en in het Beeldkwaliteitplan voor de Stationsallee. De plint is benaderd als solide basement voor de bestaande bebouwing. Continuïteit is nagestreefd door een eenduidige hoogte en vormgeving, de wijze van reclamevoering als ontwerpelement, eenheid in materialisatie en de mogelijkheid van een herkenbaar groen daklandschap. De plint wordt uitgevoerd in een donkere natuursteen. Daarin terugliggende openingen zijn soms enkel- soms dubbellaags met een wisselende breedte. De invulling van de plintgevel bij de trappartijen naar het Stationsplein is nog in studie. De nieuwe hoofdentree naar Hoog-Catharijne wordt geaccentueerd door een forse onderbreking van de plint. De onderste lagen worden ingevuld met winkels en horeca, daarboven liggen kantoren. Het voorzetgebouw heeft een lichte uitstraling. De feitelijke entree wordt geflankeerd door glaswanden die achter de plint doorlopen. Deze hebben de functie van etalages die de bezoeker naar binnen begeleiden. Een atrium geeft de entree allure en zorgt voor de benodigde daglichttoetreding, zowel op winkel- als op kantoorniveau. De over het gebouw getrokken hoed, uitgevoerd in een hoogwaardig en verfijnd weefsel, is boven de entree opgetrokken, maar gaat geen concurrentie aan met de overkapping van het stationsplein, die op een hoger niveau ligt.

Reactie van de commissie
De commissie vindt de benadering van de plint als basement een goed gekozen uitgangspunt, maar dan moet in de uitwerking de gesuggereerde draagstructuur voldoende tot uitdrukking komen. De te grote variatie aan openingen verzwakt de totale samenhang. Ter hoogte van het voorzetgebouw verandert het karakter van het basement in een schil zonder massa, die de functie van de plint als basement ontkent en daardoor wordt ervaren als decoratie. Het voorzetgebouw als een verbijzondering in de plint (‘ceintuur met gesp’) is ook goed voorstelbaar, maar dan vereisen de ontmoetingen van de verschillende vormen en materialen nadere studie om deze uitsnede beter tot haar recht te laten komen. De veelheid aan vormen en materialen ontkracht het ruimtelijk concept van het voorzetgebouw als ‘wulps’ geknikt volume met een atrium, bovenop de plint die heel Hoog Catharijne omvat. Minder motieven creëren een krachtiger schema. Het effect van een voorzetgebouw met een voorzetgevel, de aansluitingen en de veelvuldige herhaling van het knikmotief verdienen in dit kader bijzondere aandacht.

Conclusie
De commissie reageert positief op het principe van een doorlopende plint als basement voor de bovenbouw met een onderbreking ter hoogte van het voorzetgebouw. In de uitwerking komt dit concept echter nog onvoldoende tot zijn recht met name ter hoogte van het voorzetgebouw. Hier moet een heldere keuze gemaakt worden of de plint zich gedraagt als een massa of als een ‘lint’ dat om HC heen getrokken is. Het voorzetgebouw zelf lijkt een helder concept te hebben maar door de geringe afstand tussen het atrium en de pleingevel oogt het gebouw wel heel erg als een dunne schil terwijl de architect juist een volumineuze uitstraling nastreeft. De commissie adviseert de kwaliteit van de conceptuele schets beter tot uitdrukking te brengen door vermindering van het aantal motieven; de glazen hoeken die de overgang tussen plint en entreepui vormen worden niet als passende oplossing ervaren. De entreepui lijkt een noodzakelijke pui op een arbitraire positie die niet uit het ruimtelijke concept voortkomt. Deze pui als wand van het uitgesneden atrium lijkt een logischer keuze. Minder middelen en materialen zullen leiden tot een rustiger en consistenter beeld. Als dringend advies wordt meegegeven de reclamevoering in het bouwkundig ontwerp mee te nemen als toetsingskader voor de toekomst.
De commissie wacht de doorwerking af.

Reacties

  1. maarten

    Leuk, dat opvallende dak lijkt niet op bezwaar te stuiten. Dat wordt een mooi staaltje futurisme.

Laat een reactie achter op HB Reactie annuleren