Afgelopen dinsdag kon de Welstandscommissie opnieuw geen positief advies uitbrengen over Stadskamer, Poortgebouw en Clarenburg. Op 10 april en 10 mei 2011 was het ook al aan de orde gekomen. Het probleem zit in de manier waarop gaten in de vloer zijn gebruikt als middel om de continuiteit van de singel te benadrukken en op het ontbreken van voldoende stedelijke afbakening van de gebouwen. Met name de verdekte ‘steeg’ tussen Entreegebouw en V&D oogt nog steeds als een winkelcentrum, in plaats van een straatje in de binnenstad, wat het uitgangspunt was. De architect Altoon & Porter en opdrachtgever Corio geven telkens kleine stukjes toe om hun goede wil te tonen, maar kunnen daarmee niet de kritiek pareren.
In de doorlees hebben we de relevante notulen voor je op een rij gezet. Verslag van afgelopen dinsdag is er nog niet, maar verwacht dat het qua toonzetting weinig zal afwijken van wat je hieronder leest.
Gisteravond was er een raadsinformatieavond, een wat matte, niet al te goed bezochte bijeenkomst als je kijkt naar het belang van het onderwerp. Inmiddels maakt de raad zich op om het bestemmingsplan te bespreken. Het bouwplan valt onder verantwoordelijkheid van het college. Dat betekent dat de raad nauwelijks nog middelen rest om bij te sturen.
GroenLinks-lid Rottier heeft zich echter daardoor niet weerhouden een pleidooi naar de pers te sturen waarin hij aantoont dat het aanbrengen van drie grote, echte open gaten in de vloer voldoende is om de singelstructuur te benadrukken. De consequentie daarvan is wel dat het hele stadskamer-idee vervalt en je een soort balkon-kades krijgt. Of hij zich daarbij heeft gerealiseerd hoe groot het hoogteverschil is met het water en de invloed van het weer en wat dat die factoren doen voor de verblijfskwaliteit van de oversteek, vragen wij ons af. Het blijft een erg betonnige plek. In de plaatjes hierboven zie je de uitwerking. Hier de toelichting. Rottier roept contractpartners Corio en gemeente op nog een allerlaatste keer te zoeken naar een betere oplossing die ‘aansluit op de belangen van de inwoners van de stad’.
Nu we het toch over dromen hebben: ons alternatief zou een variant zijn met twee grote, bootvormige glasvlakten. Hierbij blijft wel het stadskamer-idee overeind, maar je concentreert de gaten op de koppen van de plaat. Daar is relatief het meeste daglicht en kun je van bovenaf ook werkelijk nog water zien. De glazen pui loopt over de gaten. Buiten zijn de gaten open met een reling, binnen gesloten met glas, eventueel verhoogd als een zitbank. Deze gaten kunnen ook gerust groter zijn dan opgeteld 250 vierkante meter. Het centrum van de Stadskamer blijft vrij voor evenementen en de passsantenstroom.
Maar aangezien al dat glas al na een jaar zo sleets zal zijn dat de transparantie zo goed als weg is, adviseren we om helemaal af te zien van die donkere glasvijvers. Maak dan maar echte vijvers met grote tropische planten en een paar vrolijke vissen. De tunnel eronder kun je verlichten door middel van daglichtgeleidingssystemen. Dan is het in ieder geval voor de bootjes niet al te somber.
In deze fase van de voorbereidingen ingrijpende alternatieven aandragen is niet zo realistisch. Het moet vooral gezien worden als een signaal aan de contractpartners dat men niet werkelijk rekening heeft gehouden met de belangen van burgers en politiek en dat deze oplossing onmogelijk gezien kan worden als succesvol singelherstel. Maar dat wisten wel al een jaren. Dat juist collegepartij GroenLinks nu met deze oproep komt is wel pikant.
We zullen zien hoe de hazen lopen in de komende commissievergadering.
besproken in Welstandscommissie 24 april:
uitwerking Zuidpassage van het Entreegebouw
We citeren uit de notulen:
Nadere bestudering van het ingediende ontwerp toont een wijziging in de geveltekeningen van het Entreegebouw, afwijkend van het hetgeen in de omgevingsvergunning in het verleden van een positief advies is voorzien. In de gevelwand aan de passage is een groot deel zonder pui aangegeven en ontstaat er een grote opening over twee bouwlagen.
Conclusie
De commissie is uitermate verbaasd over deze constatering. Bij de laatste planbehandeling is aangegeven dat er geen wijzigingen zijn doorgevoerd in het ontwerp van het Entreegebouw; deze wijziging is echter van ingrijpende aard en sluit aan bij de gevoerde discussies in en bezwaren van de commissie. Door het gat wordt het karakter van de steeg minder ervaren en vloeien de gebouwen (Entreegebouw en passage) in elkaar over. Dit laatste kritiekpunt was een van de belangrijkste bezwaren bij de planbehandeling van de Catharijneknoop op 10 april j.l.
De gebouwen in de Catharijneknoop zijn vanuit het interieur steeds minder herkenbaar en deze vervloeiing gaat ten koste van de stedenbouwkundige opzet. Indien er sprake is van een fout in de tekening dringt de commissie aan op een goede weergave bij een volgende planbehandeling. Indien dit echter een bewuste wijziging is op de aanvraag omgevingsvergunning zal een revisietekening aangeleverd moeten worden; de commissie zal hier geen positief advies op kunnen afgeven.
Op 10 april besproken, we citeren integraal uit de notulen:
Nieuw Hoog-Catharijne
Ontwerp Catharijneknoop (stadskamer en poortgebouw) en uitwerking Zuidpassage Entreegebouw
Aanvraag: Corio Vastgoed Ontwikkeling
Ontwerp: Altoon + Porter Architects / Van den Oever Zaaijer & partners (Zie notulen 12/02 2008, 12/09 en 02/12 2009, 19/10, [30/03] en 07/12 2010, 10/05 2011)
Status: collegiaal overleg
Tot nu toe zijn onderdelen van het plangebied aan de orde geweest. De commissie neemt nu graag kennis van een toelichting op de samenhang. Dit collegiaal overleg is gericht op de architectonische kwaliteit op hoofdlijnen, de ensemblewerking van gebouwen en tussenleden, de wijze waarop de bebouwing stedenbouwkundige ruimten definieert en verduidelijkt en de relatie bebouwing – openbare ruimte. Plantoelichting Architect Zaaijer licht de plandoorwerking toe. Bouwblokken zijn benaderd als autonome elementen die tezamen een geheel vormen. De architect geeft aan dat het ontwerp voor het inmiddels vergunde Entreegebouw ongewijzigd is gebleven. Het contrast van dit bakstenen gebouw met de lichte, geschubde natuurstenen gevel van het V&D-gebouw is opgevoerd. Aan de Vredenburgzijde is de gevel teruggelegd, zodat een ruime entree naar de passage ontstaat. De plafond van de verdiepingsvloer in de passage is losgehouden van de gevels, zodat dit vanaf maaiveldniveau als zelfstandig zwevend element ervaren kan worden. De passage vindt een voortzetting in de Stadskamer, de openbare binnenruimte tussen het Entree- en het Poortgebouw. Een glazen dak benadrukt de transparantie. In de vloer van de Stadskamer zijn glazen zit-/podiumelementen opgenomen, die de functie van de Stadskamer als openbare ruimte accentueren en zicht op het water van de Catharijnesingel bieden. Het Poortgebouw markeert de overgang van de oude binnenstad naar het moderne stationsgebied en de overgang tussen maaiveld en stationsniveau. Vanaf maaiveld worden de onderste drie lagen ingevuld met winkels en horeca, daarboven is een hotel voorzien. Het gebouw wordt bekleed met panelen van glas en aluminium in verschillende kleuren en dichtheid, tussen verticale aluminium dragers. De volledig te openen puien van winkels en horecavoorzieningen op maaiveldniveau geven uitdrukking aan de stedenbouwkundig wens transparantie te bereiken en een levendige ruimte te creëren. Het Bruggebouw overspant de verkeersfunctie aan de westzijde van de Catharijnesingel. In het midden is de overkluizing opengewerkt, waardoor licht in de onderdoorgang valt. Het streven is in het gebied onder de brug een aangenaam klimaat te creëren met behulp van verlichting en een geluidsabsorberend plafond in een lichte tint.Reactie van de commissie/discussie
– Het stedenbouwkundig uitgangspunt van het Masterplan is het maken van te onderscheiden zelfstandige gebouwen met herkenbare en beleefbare gevels. De betekenis van ruimten moet op verschillende schaalniveaus ervaarbaar zijn: op stedenbouwkundig niveau, maar ook op ‘detailniveau’ voor de individuele passant (herkenbaarheid, oriëntatie). Essentieel is dat de binding die de afzonderlijke gebouwen aangaan met de omgeving zichtbaar en herkenbaar is door de aanwezigheid van gevels die duidelijk het verschil tussen “binnen” en “buiten” aangeven. Deze uitgangspunten komen in de uitwerking nog onvoldoende tot uitdrukking; stedenbouwkundige ruimten en interieurs en exterieurs lopen in elkaar over, waardoor een diffuus geheel ontstaat dat eerder wordt ervaren als een “shopping mall” dan als een “binnenstad. Zo vervloeit de Stadskamer als gebouwde buitenruimte zodanig met het interieur van het Poortgebouw, dat de scheidslijn tussen binnen en buiten nagenoeg ontbreekt. De functie van het Poortgebouw als scharnierpunt tussen maaiveld en +1-niveau en tussen oud en nieuw lijkt ondergeschikt te zijn gemaakt aan de commerciële functie. Nu de binnengevels over de volle lengte worden opengesneden, wordt het Poortgebouw niet als autonoom architectonisch object beleefd en de doorgangsruimte niet als passage door een gebouw. Zowel Stadskamer als Poortgebouw zouden naar het maaiveld toe autonomer moeten worden vormgegeven om een duidelijke scheiding tussen “buiten” en “binnen” te creëren.
Dit sluit aan op het verzoek van het Stedenbouwkundig Atelier om een duidelijke en herkenbare landing van afzonderlijke gebouwen op het maaiveld te realiseren.
– Zoals vastgelegd in het Masterplan is het op stedenbouwkundig niveau de bedoeling om de traditionele stad ten oosten van de singel met de moderne stad aan de westzijde te benadrukken, met het Poortgebouw als intermediair. Door de keuze voor de modernistische vormgeving van het oostelijk gelegen V&D gebouw wordt dit uitgangspunt onvoldoende meer herkend. Er is nu gekozen voor een beeldtaal waar hele grote gaten in een hierdoor bijna afwezige gevel kunnen voorkomen, terwijl de architectonische karakteristiek aan deze kant van de stad juist is dat er duidelijk zichtbare gevels zijn met relatief kleine gaten. Dit wordt onvoldoende herkend in de voorgestelde “modernistische geschubd natuurstenen gevel van het V&D-gebouw.
– Ten aanzien van de Zuidpassage constateert de commissie dat deze nog steeds onvoldoende als steeg ervaarbaar is. Hiervoor moet o.a. de verbinding op de verdieping als een echte brug die loshangt tussen twee gebouwen vormgegeven moeten worden. De voorgestelde oplossing van een doorlopend vloervlak beantwoordt daar niet aan en belemmert de beleving over de volle hoogte van de aanliggende gevels en daarmee van de gebouwen waardoor het niet als steeg maar als gang ervaren zal worden. De gevel van het V&D-gebouw op de Clarenburghoek geeft met de glazen entree en de direct daarachter gelegen insnedes onvoldoende massa om de steeg tussen dit gebouw en het Entreegebouw goed te definiëren.
– Het herstel van de singelstructuur is het uitgangspunt en het goed beleven daarvan is essentieel. Maat en architectonische uitwerking van de Stadskamer belemmeren de beleefbaarheid van de singel als doorgetrokken waterloop. Verhoogde glazen zitelementen zijn niet voldoende om de relatie te herstellen; deze bieden slechts plaatselijk zicht daarop en door de zichthoek zal de singel zich vooral als zwart gat manifesteren. De voorgestelde gaten om ogen te willekeurig: dit zijn kijkgaten naar het water waardoor een “vijver”effect ontstaat, maar versterken niet de voelbaarheid van de aanwezigheid en richting van de Catharijnesingel. Geadviseerd wordt om het contact met de singel niet tot stand te brengen beredeneerd vanuit de looprichtingen, maar vanuit de lengterichting van de Catharijnesingel.
– Het Stedenbouwkundig Atelier heeft de uitwerking van het Bruggebouw als mogelijke
oplossing geaccepteerd, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alle middelen worden ingezet om de beleving van de ruimte op maaiveldniveau te veraangenamen en een in Nederland ongekende situatie te laten ontstaan die raakt aan verblijfskwaliteit (toevoeging van programma en licht). In de huidige situatie is de overkluizing over de Catharijnesingel 40 meter lang. Die wordt uitgebreid naar zo’n 120 meter en ondanks de middenopening die licht in de onderwereld brengt, ervaart de commissie de overkluizing vooral als een met aandacht vormgegeven tunnel. De vraag is zelfs of architectonische aandacht het kernprobleem kan oplossen: er ontstaat hier een tunnel, de architect probeert er nu een mooie tunnel van te maken, maar weet niet te bereiken dat het ervaren wordt als een open ruimte waar gebouwen over hangen. Alleen het waarborgen van maximaal contact met de bovenwereld kan ervoor zorgen dat deze ruimte zal kunnen aansluiten bij de uitgangspunten van het Masterplan.Conclusie
Het Stedenbouwkundig Atelier heeft in grote lijnen positief gereageerd op de planopzet, maar ook verbeterpunten aangegeven. De commissie gaat ervan uit dat die in de plannen worden verwerkt. Ten aanzien van de architectonische doorwerking is de commissie nog niet overtuigd van de ingeslagen weg en moet er naar haar mening nog een slag worden gemaakt.
Reacties
Wel een groot voordeel ten opzichte van het oorspronkelijke plan is dat je nu gewoon door kan lopen langs de singel zonder eerst door een gebouw te moeten. Van mij hoeven die gaten in de de oversteek ook niet.. dat worden nogal donkere putten lijkt mij zo (het idee van tropische planten en/of vijvers vind ik al beter). Zou mooi zijn als er nog een betere ‘artist impression’ van het groenlinks plan zou komen om de verschillen goed te kunnen beoordelen.
Misschien moeten de gaten nog groter worden, slechts aan de binnenstadskant een stoep langs de singel. Ruimtelijk gevoel van de singel en beter zicht op de aanlegplaats van watertaxi’s daar gaat het om, zowel van buiten als van binnen Hoog Catharijne. Het vaarwaterknooppunt van de stad moet toch zichtbaar zijn, daar heeft Corio toch belang bij, dat ze midden in het openbaarvervoer knooppunt zitten. je komt met de auto uit de Bilt, je parkeert bij Grifthoekgarage, je neemt de watertaxi naar Hoog Catharijne, gaat winkelen en stapt op Lombokplein weer op de watertaxi terug naar de schouwburg en eet daar wat en bezoekt een voorstelling en loopt naar de auto,na een geslaagde dag in Utrecht. Een top arrangement waar geen stad aan kan tippen.
De hele Catharijneknoop was al vanaf het begin controversieel. Het Groenlinks plan zou je nog verder mee kunnen gaan, dat ook het poortgebouw en bruggebouw geschrapt wordt. Die twee bruggen zouden dan doorlopen van het entreegebouw tot aan het “oude” HC. Voordeel: Geen gebouwen die de singelstructuur onderbreken.
Schrappen van deze gebouwen zou nog mooier zijn inderdaad! Er is toch al (meer dan) genoeg winkel/kantoorruimte in Hoog Catharijne op dit moment…? Ben wel benieuwd hoe het financiële/exploitatie plaatje van poortgebouw/bruggebouw er uit ziet…
Poortgebouw wordt hoofdzakelijk hotel. Corio is in onderhandeling met een partij. Nog geen naam genoemd. Onderste laag van het gebouw wordt horeca, de laag erboven winkels.
Het bruggebouw is niet echt een gebouw, maar een soort oversized passage, met in het midden een beperkte daglichtopening, die deels teniet wordt gedaan door een veelhoekig bouwsel, waarbij ik nog niemand heb ontmoet die kan uitleggen wat het precies is en waar het voor dient.
Ik zag op een animatie dat wanneer je met een rondvaartboot onder de stadskamer vaart en je kijkt richting binnenstad dan zie je de parkeergarage met de auto’s. Waarom wordt deze waterweg niet een bijzonder stuk stad met bijzondere bedrijfjes en levendige etalages. Nog steeds staan de beleidsmakers met de achterkant naar het water. Terwijl vaarwater een exclusieve meerwaarde is voor de bedrijven die daar aan liggen. Hier zou ook een opstapplek moeten komen voor vrachtboten die zware artikelen van kopend publiek in de stad kan lossen en overladen in de auto’s. Dan geef je ook een functie aan deze bijzondere plek. Zowiezo zou hier een laad en losplek van vrachtboten moeten komen voor bevoorrading van de winkels en aan de overkant opstapplek voor personen via watertaxi’s en waterbussen. Als het middengebouw los staat aan de waterkant door het ontbreken van de stadskamer kan op waterniveau het gebouw beter benut worden met werfachtige restaurants. Hoog Catharijne a/d werf wordt dan een bijzondere plek.
Veel zal afhangen van de bereikbaarheid van HC a/d Werf vanaf het Merwedekanaal. Zowel recreatief als utilitair scheepvaartverkeer krijgt veel meer mogelijkheden als de westzijde met de binnenstad wordt verbonden. De plannen voor openstelling Leidsche Rijn en verbreding tunnel Van Sijpesteijnkade liggen helaas vooropig in de koelkast.
Laat die hele stadskamer maar weg inderdaad. Ik vind het conceptueel geblaat. Doe maar gewoon een open singel en een paar bruggen. En als die overdekt moeten zijn, neem dan bijvoorbeeld Ponte Vecchio in Florence of Ponte Rialto in Venetië als voorbeeld.
Overigens lees ik ook over het V&D gebouw iets over een “modernistische geschubd natuurstenen gevel van het V&D-gebouw.” Ze gaan toch hopelijk niet net zo’n gedrocht neerzetten als het nieuwe Vredenburg winkelgebouw?