Stadskantoor-domino

In Nieuws door HB4 Reacties

In de doorlees de beantwoording van de schriftelijke vragen van Bikker van de CU over de consequenties van de verhuizing naar het stadskantoor. Interessant om te zien welke kantoren worden achtergelaten en wat mogelijke bestemmingen zijn. Als de gemeente nú had moeten beslissen over de bouw van een centraal kantoor voor alle diensten, zou de uitkomst vermoedelijk anders zijn geweest, zo stelt men in dit stuk. De kantorenmarkt is erg sterk veranderd.

[quote uit de beantwoording van 14 mei 2012]

De realisatie van het Stadskantoor vordert gestaag. De geplande opleveringsdatum van het Stadskantoor is begin 2014 (Voortgangsrapportage Stationsgebied, december 2011). Met de gestage voortgang van de bouw van het Stadskantoor, is de vraag des te relevanter en urgenter hoe het college omgaat met de leegstand die de gemeente achterlaat in de kantoren waarin de gemeentelijke diensten op dit moment zijn gehuisvest. De fractie van de ChristenUnie heeft daarover een aantal vragen.

1.a Hoeveel m2 zal de gemeente in de stad (ongeveer) achterlaten bij de ingebruikname van het Stadskantoor?
Bij ingebruikname van het Stadskantoor in 2014 zal de gemeente in totaal ca 69.000 m2 kantoorruimten achterlaten, verdeeld over 15 kantoorgebouwen door de stad. Van deze gebouwen worden 13 panden van particuliere verhuurders gehuurd en 2 panden zijn eigendom van de gemeente. Met bijna alle verhuurders is overeenstemming bereikt over de contractuele beëindiging van de huurovereenkomsten per 31 december 2014. Uitzondering hierop zijn de Vinkenburgstraat 26 en Arthur van Schendelstraat 500; met deze laatste zijn de onderhandelingen met de verhuurder nog gaande.

1.b Hoe schat het college de gevolgen voor het leegstandscijfer van de Utrechtse kantorenmarkt in?
De gemeente maakt jaarlijks een vastgoedmonitor waarin de bewegingen in de Utrechtse vastgoedmarkt worden vastgelegd. In november 2011 is de laatste versie van deze vastgoedmonitor uitgekomen. Hierin is aangeven dat op de landenlandelijke kantorenmarkt de leegstand ca.14% bedraagt en die van Utrecht 8%. De leegstandsproblemen in Utrecht zijn het grootst in Kanaleneiland en in Lage Weide. Het Stationsgebied kent bijna geen leegstand.
Het in gebruik nemen van het Stadskantoor heeft op leegstandspercentage voor kantoren Utrecht geen invloed meer. Het kantoor is in aanbouw en de ca. 65.000 m2 vloeroppervlak worden aan de Utrechtse markt toegevoegd.

2    In hoeverre past de realisatie van het Stadskantoor en de verhuizing van de Gemeentelijke diensten binnen de ‘Concept Kantorenstrategie stad Utrecht’, zoals vastgesteld en vrijgegeven door het college in oktober 2011?
De gemeente heeft haar beleid ten aanzien uitbreidingsplannen bijgesteld dat wil zeggen dat sprake is van herprioritering en fasering met als resultante voor de kantorenmarkt een selectiever uitgiftebeleid voor nieuwe kavels. Het te realiseren kantorenprogramma in het Stationsgebied is gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders (waaronder Masterplan en Structuurplan) en de toenmalige kantorenstrategie.
Als er nu een beslissing genomen zou moeten worden over het al dan niet nieuw bouwen van een stadskantoor, zou die beslissing mogelijk anders uitvallen.

3.a De ChristenUnie vindt dat de Gemeente Utrecht ook met betrekking tot huisvesting een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Ze dient daarbij het goede voorbeeld te geven en haar wensen jegens partijen in de stad in de eerste plaats zelf te praktiseren. Onderschrijft het college deze stelling?
Het college onderschrijft deze stelling, vooral als het gaat om duurzaamheid en ‘goed huisvaderschap’. De panden die de gemeente verlaat zijn allen in energetische zin verouderd en het Stadskantoor is een gebouw dat is ontworpen op basis van de uitgangspunten voor duurzaamheid. De gemeente levert hierdoor een bijdrage aan het beperken van haar energieconsumptie. Het stadskantoor levert daarnaast een stevige bijdrage aan de door het college beoogde CO2-doelstellingen. Als goed huisvader streeft de gemeente ernaar om haar eigen organisatie een efficiënte en effectieve huisvesting te bieden. De huisvesting onder één dak is daar een logische resultante van die tevens bijdraagt aan de bezuiniging.

3.b Welke verantwoordelijkheid neemt het college ten aanzien van panden die de gemeente in de stad als huurder achterlaat?
Uiteraard heeft het college aandacht voor de panden die de gemeente verlaat, waarbij de gemeente niet in de verantwoordelijkheid van de eigenaren/marktpartijen wil treden. Zuiver zakelijk gezien verlaat de gemeente de panden op basis van de overeengekomen contractuele einddata. Dat is een ondernemersrisico. Uiteraard spelen ook maatschappelijke belangen mee. Daarom heeft de gemeente op twee locaties concrete initiatieven genomen:
– het gebied rond Ravellaan 96 (eigendom Gemeente Utrecht) is opgenomen in het Dynamisch Stedelijk Masterplan. Voor dit gebied wordt een ontwikkelingsvisie opgesteld.

– de Neudeflat is langlopend gehuurd door de gemeente. Samen met de eigenaar worden voor de nu reeds vrij komende ruimtes gebruikers gezocht in de creatieve sector. Doelstelling is een imago voor de Neudeflat te ontwikkelen die aansluit bij het tegenoverliggende game centrum. Daarnaast heeft de gemeente aan de overige gebouweigenaren/verhuurders kenbaar gemaakt op welk moment zij de gehuurde panden zal verlaten. De gebouweigenaren/verhuurders zijn daarmee vroegtijdig in staat gesteld om te anticiperen op het vertrek van de gemeente als huurder uit het desbetreffende gebouw.

3.c Hoe gaat het college om met panden in eigen bezit die verlaten worden bij ingebruikname van het stadskantoor?
De Ravellaan 96 is opgenomen in het Dynamisch Stedelijk Masterplan en Vredenburg 40 zal of worden verkocht of worden verhuurd.

3.d Welke mogelijkheden voor transformatie van gemeentelijke panden ziet het college voor panden in eigen bezit?
Zie hiervoor de antwoorden onder 3a en 3b.

3.e Heeft het college inzicht in de initiatieven die de verhuurders van de huidige gemeentelijke panden ontplooien om leegstand te voorkomen?
Het is slechts beperkt duidelijk wat de plannen zijn van de verhuurders. De een maakt van de gelegenheid gebruik om groot onderhoud te plegen de ander zal willen moderniseren terwijl weer een ander op zoek gaat naar nieuwe huurders. Het college zal, zoals gezegd terughoudend zijn om zich te mengen in de belangen van de verhuurders.

3.f Indien de verhuizing van de gemeentelijke diensten forse langdurige leegstand op plaatsen in de stad oplevert, overweegt het college dan een (gedeeltelijk) andere inzet van het Stadskantoor (zoals het UDB eerder in een ander verband aangaf)? Wanneer zendt u de beloofde brief hierover naar de Gemeenteraad?
Ja, deels voor zover het gaat om externe partijen die in de aard van hun werkzaamheden synergie vertonen met die van de gemeente. De doelstelling hierachter is een nauwere samenwerking met ketenpartners. Het Stadskantoor is primair bedoeld om te voorzien in de gecentraliseerde huisvesting voor de eigen aan publieksdienstverlening gerelateerde organisatieonderdelen.
De genoemde brief is verstuurd aan uw raad,huisvesting in het Stadskantoor d.d. 27 april 2012 (kenmerk:12.034380).
De Gemeente Utrecht is momenteel gehuisvest in een aantal beeldbepalende panden. Denk bijvoorbeeld aan de locaties Jacobsstraat, Kaatstraat en de Neudeflat. Op dergelijke plaatsen is er volgens de ChristenUnie nu een kans om locaties aantrekkelijk te maken en de leefomgeving zo te verbeteren. Een transformatie naar een andere functie die waarde toevoegt aan het gebied behoort daarbij tot de mogelijkheden.

4.a Hoe gaat het college om met deze en andere panden die zichtbepalend zijn op diverse locaties?
Voor de Neudeflat werkt de gemeente op dit moment samen met de eigenaar om te verhuren aan ander partijen en parallel daaraan om de uitstraling/bestemming van het gebouw te verbeteren. De eigenaar van het de Kaatstraat is bezig om een vernieuwing/aanpassing voor te bereiden. Hierin heeft de gemeente geen betrokkenheid. Het is bij de gemeente niet bekend of er plannen zijn voor het aanpassen van de locatie aan de Jacobsstraat.

4.b Wordt gekeken naar de mogelijkheden om het gebied naar een hoger plan te tillen? Behoort transformatie naar een andere functie tot de concrete opties? Welke rol neemt het college daarbij? Transformeren behoort tot de mogelijkheden. De gemeente zal hierin een bereidwillige houding aannemen. De initiatieven hiertoe moeten door de marktpartijen zelf genomen worden.

4.c Ziet het college mogelijkheden om bijvoorbeeld de Jacobsstraat te voorzien van een levendigere plint en zo ja wat gaat u daarvoor doen?
De Jacobstraat maakt geen deel uit van gemeentelijk eigendom noch zijn er actuele ontwikkelplannen. Daarom zal het college hierin een passieve houding aannemen en het initiatief overlaten aan de markt.

Reacties

  1. Jeroen

    Even een zure reactie:
    Het is opvallend hoe snel de ontwikkelingen aan het stadskantoor gaan als je het vergelijkt met de andere projecten van de bouwput. Er wordt nu zelfs in het weekend en ’s nachts doorgewerkt om alles maar zo snel mogelijk klaar te krijgen. Dit heeft voor mij toch wel sterk de bijsmaak dat als het een project voor de ambtenaren zelf betreft alle registers worden opengetrokken…

    1. Auteur
      HB

      Bedenk: het is daar wel een Grüne Wiese, m.a.w. de bouwers hoeven eigenlijk met niets rekening te houden, gewoon palen slaan en hups omhoog.

  2. Ramon

    @ jeroen

    als je goed oplet zal je zien dat ook aan het station en aan het muziekpaleis en het weekend wordt doorgewerkt.

    Ook bij de nieuwbouw van het capgemini gebouw en het nieuwe ziekenhuis in Leidse rijn is iedere zaterdag bouw activiteit

  3. Jan

    Ik zag onlangs bij RTvU deze discussie ook gevoerd worden met de stelling dat de ambtenarij bij het stadhuis horen en dus dat ze ook in de buurt gehuisvest moeten. Afgezien van het feit dat het nieuwe stadskantoor middden in het hart van Utrecht, wordt ondernemend Utrecht eindelijk wakker en zien ze met lede ogen wat er gebeurt. Zoals vaker is de parallel zichtbaar met het optreden van de Gemeente, nl. achter de feiten aanlopen. Maar nu is het eens aan de beurt van onroerend goed verhurend Utrecht die door een emotioneel en eigenlijk een bedriegend beroep dat alles in het stadhuis moet gebeuren. Het nieuwe stadskantoor is eigenlijk het beste wat de Gemeente kan overkomen, en argumenten die hier door de Christenunie zijn weliswaar redelijk, maar niet ter zake doenend. Slechts 2 van 15 gehuurde gebouwen zijn van de Gemeente en de rest is in handen van professionele verhuurders, ik zie persoonlijk niet wat het maatschappelijke belang is van de achtergebleven panden. De kantorenmarkt staan al jaren onder druk en de leegstand groeit ook alleen maar. Wellicht moeten de prijzen eens omlaag, in plaats van het maatschappelijk belang te benadrukken. Met andere woorden, het valt me tegen dat de Christenunie zich voor een karretje laten spannen.

Laat een reactie achter op HB Reactie annuleren