Op tien procent nieuwere perronkappen na, zijn alle oudere, negentiende-eeuwse kappen bewaard gebleven, althans in ontmantelde staat. Het grootste deel is inmiddels naar de Stoomtrein Goes-Borsele gegaan. Aankoop en demontage van de 110 meter zuidelijke kap op perron 4 voor Leidsche Rijn kostte circa 85 duizend euro. Het in oude luister terugbrengen, als een cultuurhal bijvoorbeeld, gaat naar schatting 400 duizend euro kosten. Daarvoor moeten nog potjes worden gevonden. De bottom line is dat van de oude kappen naar verluidt niets als oud ijzer van de hand is gedaan. Lees het allemaal in deze zojuist verstuurde brief van het college, die we hierna quoten.
[edit:] Reinier Zondervan van het museum in Goes bevestigde ons dat er inmiddels enkele vrachten kapdelen zijn afgeleverd. Het museum wil de onderdelen gebruiken voor het maken van een eigen stationshal. Deze plannen zijn er al enige tijd maar nog nauwelijks concreet. Het kan nog wel vijf of tien jaar duren, zo stelt hij. Op dit moment heeft men de handen vol aan andere projecten. Van de resten uit Utrecht worden de beste elementen gebruikt. Dat er een deel uiteindelijk oud ijzer wordt sluit hij niet uit. Maar hij verzekert dat de Utrechtse stationskap op hun terrein een goede bestemming zal krijgen.[Begin citaat]
De heer Rottier heeft op 11 mei 2011 naar aanleiding van de commissiebrief “hergebruik perronkappen Utrecht CS in Leidsche Rijn Centrum” via de mail aan wethouder Everhardt een aantal vervolgvragen gesteld met het verzoek daar schriftelijk op te reageren. Wij willen daar hierbij aan voldoen.
1. wie is / was nu eigenaar van die kappen ?
ProRail was eigenaar; de kolommen/spanten zijn nu deelseigendom van Stoomstichting Goes en degemeente Utrecht, projectbureau Leidsche Rijn.
2. hoeveel strekkende meters waren er voor aanvang van de werkzaamheden aan de nieuwe perrons t.b.v. de Terminal nog aanwezig ?
Circa zeshonderd strekkende meter verspreid over drie perronsaan de noordzijde en twee perrons aan de zuidzijde. Hiervan bestond ongeveer tien procent uit nieuwere kappen van 25 jaar oud.
3. hoeveel meters zijn er naar welke andere bestemmingen gegaan; onder wiens verantwoordelijkheid; zijn die verkocht? Wie heeft er aan verdiend?
Eengroot deel van de kappen is naar de Stoomstichting Goes, circa 110 meter gaatnaar de gemeente Utrecht (Leidsche Rijn). De verantwoordelijkheid voor de sloop (en herbestemming) perronkappen ligt bij ProRail. De kolommen en de spanten zijn om niet naar de Stoomstichting Goes gegaan en deels naar de gemeente (de gemeente heeft dit aangekocht vanwege reeds afgesloten contracten met onderaannemer).
4. hoeveel meters zijn er “verdwenen” , waaronder vernietigd, aan handelaren verkocht als schroot ?
Ongeveer tien procentnieuwere kappen zijn naar de sloop gegaan en als oud ijzer verkocht.
5. hoeveel meters zijn er nog in depot (en waar); wat gaat daarmee gebeuren?
Er is niets meer in depot.
6. Ziet het college in overleg met NS kansen om deze te behouden/herbestemmen via mogelijke particuliere initiatieven, dan wel (erfgoed) subsidies?
Alle perronkappen zijn of herbestemd (negentig procent) of reeds als oud ijzer verkocht (tien procent).
7. wat kost de aankoop van de 110 meter en welke kosten zijn er verder nog voor transport, opslag en restauratie nodig? Hoe staat dat in verhouding tot de geraamde 75.000 Euro.
Perronkap spoor 7 en 8 voor Leidsche Rijn Centrum:
– Aankoop en demontage kap kost circa €. 85.000;
– Transport, opslag, restauratie en plaatsing kost circa € 400.000.
Wij hopen hiervan nog een bedrag door middel van externe bronnen van financiering zoals subsidies terug te krijgen.