Welstand over Stationsplein-west

In Nieuws door HB1 Reactie

Computerimpressie van Stationsplein-west met op de achtergrond de nieuwe OV-terminal

Op 16 oktober heeft de Welstandscommissie zich gebogen over de plannen voor het nieuwe Stationsplein-west met fietsenstalling. Hier volgen hun bevindingen.

Interessant is om te lezen hoe bepaalde besluiten tot stand zijn gekomen. De commissie onderstreept dat de aanhechting met de omliggende bebouwing (vooral Leeuwesteyngebouw en Beatrixgebouw) gebrekkig is en dat dat nauwelijks valt op te lossen. Daaraan gerelateerd spreekt ze haar zorg uit over het beheer van de openbare ruimte. Wel adviseert ze positief. We citeren:

Bouwaanvraag voor het bouwen van een verhoogd plein met daaronder een fietsenstalling (Stationsplein West)
Aanvraag : Gemeente Utrecht
Ontwerp : Kraaijvanger · Urbis
Het plein maakt deel uit van een sterk veranderende omgeving. Stedenbouwkundige Bouwman benadrukt dat dit voortdurende afstemming vergt met belendende ontwikkelingen, onder meer met betrekking tot materiaal- en kleurgebruik. Bekend is dat in de hal van de OV-terminal keramische tegels worden toegepast, maar het streven is samenhang te creëren in kleurgebruik en legverband. Ook wordt afstemming gezocht met de hal van het stadskantoor en de bestrating van het Stationsplein Oost, zodat een samenhangend forum kan ontstaan. Afstemming is afhankelijk van het overleg met de desbetreffende partijen en voor de resultaten daarvan zijn geen garanties te geven, maar het vastgestelde ‘Referentiekader openbare ruimte’ zal hierin zeker behulpzaam zijn. In afwachting van de belendende ontwikkelingen worden voor de aanhechtingen van het plein op omliggende gebouwen acceptabele tijdelijke oplossingen gezocht.

De architecten Postel en Essendaal lichten het plan toe. Deze bouwaanvraag maakt deel uit van een brede ontwikkeling en met de vergunningverlening treedt in zekere zin bevriezing op in de planvorming. Van belang is daarmee in de uitvoering flexibel om te gaan door in de inrichting van het plein te blijven meebewegen met de gevolgen van andere ontwikkelingen. Het bouwplan betreft een fietsenstalling, een verhoogd plein boven de fietsenstalling en een grillig gevormde verbindende trap, waaraan roltrappen en een lift zijn gekoppeld. De entree naar de fietsenstalling is in de trap opgenomen. De fietsenstalling kent een eenvoudige inrichting en routing. Glazen elementen in de trap en in het plein zorgen voor daglichttoetreding. Staande hekwerken worden consequent uitgevoerd in strekmetaal. Het roestvrijstalen gaaswerk dat het plein scheidt van de wand van het Beatrixgebouw valt buiten het bouwplan. Overigens heeft het Stedenbouwkundig Atelier zich uitgesproken tegen een scherm dat de gevel van het Beatrixgebrouw moet camoufleren. Trap en plein hebben behalve een verkeersfunctie ook een verblijfsfunctie. Op het plein zijn enkele grote zitelementen voorzien en vergrote treden in de trap fungeren als tribune, gericht op het lager gelegen Jaarbeursplein. De bestrating van het plein draagt bij aan een verdeling van loopstromen naar diverse bestemmingen, maar legt de passant geen looproutes op. In de bestrating wordt een balans gezocht in de grootschaligheid van patronen en een verfijning op detailniveau.

Het Stedenbouwkundig Atelier heeft aangedrongen op een rustig beeld. Afgesproken is de bestrating te beperken tot een natuursteenpatroon in Chinees graniet, de in dit patroon geïntegreerde blindengeleidestroken in roestvrijstalen noppen en de asfaltbanen. De in het bouwplan opgenomen derde laag van een lijnenspel in een vrije vorm, wordt achterwege gelaten. Op verzoek van het college is vergroening van het plein bestudeerd, maar conclusies zijn nog niet in het ontwerp verwerkt.

Conclusie
De commissie benadrukt dat door dit bouwplan, als eerste in een reeks ontwikkelingen, een context wordt gecreëerd die de toon zet voor toekomstige plannen in het gebied. Een positief gegeven want de commissie is overtuigd van de kwaliteit van deze bouwaanvraag. In dit kader stelt de commissie dat zij verwacht dat eenzelfde niveau (inclusief materialisering en detaillering) wordt nagestreefd aan de oostzijde van het station: een route van oost naar west in een coherent design. Helaas wordt een fundamenteel knelpunt geconstateerd: de soms gebrekkige aanhechting op de omliggende bebouwing, maar dit is niet in (een aanpassing van) dit bouwplan op te lossen. Samenhang in ontwikkelingen moet in de toekomst leiden tot een vanzelfsprekende inpassing van het plein en de begrenzing ervan. De commissie onderstreept het standpunt van het Stedenbouwkundig Atelier, dat het niet gewenst is de gebrekkige aanhechting op het Beatrixgebouw te camoufleren met een roestvrijstalen scherm. Ook de voorgestelde aanhechting op het Leeuwesteingebouw is hopelijk van korte duur; er bestaat hier grote zorg bij de commissie ten aanzien van het beheer van de aangrenzende openbare ruimte.
Naar aanleiding van het getoonde ontwerp geeft de commissie nog een aantal overwegingen mee. In relatie tot de omvang van het plein beschouwt zij het glasvlak in de bestrating van het plein en vooral de zitelementen als relatief te klein en te decoratief om als betekenisvolle interventies in de functionele indeling en bestrating te kunnen worden beleefd. Dit effect zou nog worden versterkt door de toevoeging van groen; voorkomen zou moeten worden dat groen ruimtebepalend wordt. Met inachtneming van genoemde voorbehouden en kanttekeningen adviseert de commissie positief over het bouwplan.

Reacties

  1. Stephan

    Ben benieuwd hoe de ruimte bij het Beatrixgebouw eruit komt te zien, aangezien ze dit dus niet kunnen laten aansluiten/inpassen op het plein

Reageer