Het is fijn dat de Volkskrant dit weblog vandaag zo uitgebreid citeert. (Dat zouden meer periodieken moeten doen.) Maar het is wel lastig om je mening zo compact terug te zien, terwijl we in onze analyses van het Stationsgebied het liefst de boel op de details en in nuance becommentariëren. Vandaar dat we het geduldige VK-papier nu laten volgen door nog geduldiger blog-scherm.
Als je wordt gevraagd: wat vind je nu eigenlijk van de plannen, dan heb ik daar geen pasklaar antwoord op. Je kunt op het piepende treintje springen van referendum, junks, overbewinkeling, bomenkap, beton of luchtverontreiniging, maar dat is te gemakkelijk. Je wilt immers toch het liefst niet in zurigheid omzien.
Wat is de kern, de essentie van de Hoog Catharijne-uitbreidingsplannen zoals ze er nu liggen?
Het is een kwestie van perspectief. De gemeente knokt voor deze stad, voor Corio is de wereld haar speelveld. Deze plannen dwingen toekomstig succes als retailconcept af, regionaal, ja zelfs nationaal. Maar hoe zit het met het lokale succes, kunnen we dat afdwingen? Hoe ‘verblijfbaar’ wordt het stationsgebied voor mensen die niet in HC moeten zijn?
HC is al groot, het wordt veel groter. Vele onbestemde hoeken en inspringingen zullen worden strakgetrokken en toegevoegd. De Stationsstraat zal dicht gaan en forse kappen zullen zich uitstrekken over water en straat. De in potentie prachtige stadskamer – een kruispunt van de openbare ruimte – zal door Corio en de HC-winkeliersvereniging van activiteiten worden voorzien.
Intern zal het winkelcentrum prima kunnen gaan functioneren en renderen, geen twijfel mogelijk. Maar of de problematische relatie van HC met de stad beter wordt, durf ik te betwijfelen, zolang de stad zich voegt naar HC in plaats van andersom.
Hoe het zover heeft kunnen komen, wordt in al zijn prozaïsche eenvoud geïllustreerd door wat ik zojuist in de raadsbrief las: “Allereerst hebben wij (…) aan Lodewijk Baljon landschapsarchitecten opdracht verleend, de motie Catharijneknoop te vertalen in ideeën voor het definitief ontwerp van de Catharijnesingel. Medio 2008 is een workshop georganiseerd waarbij zowel de adviserende instanties (rijksbouwmeester, spoorbouwmeester, de twee supervisoren, een delegatie van de Welstands/Monumentencommissie), de architecten van Corio en gemeente aanwezig waren.” En zo gaat het verder.
Schalen met broodjes, een beamer, en de stedenbouwkundige incrowd – je ziet het helemaal voor je. Hoe kun je zo draagvlak creëren voor zo’n beeldbepalend en gevoelig onderdeel van de plannen?
Het is een groot contrast. Aan de ene kant de gemeente die bij alle onderdelen van de plannen waarover zij de scepter zwaait, zo goed en zo kwaad mogelijk de dialoog met de toekomstige gebruiker zoekt. Daar tegenover Cório, die dat doelbewust uit de weg gaat. En het bedrijf lijkt er ook nog mee weg te komen. Worden die plannen per se beter door die dialoog? Nee, maar je trekt wel samen op en maakt het succes ervan tot een gezamenlijk doel.
Voor de openbare ruimte en de nieuwe publieke gebouwen in het Stationsgebied worden allerlei informatieavonden gehouden. Moet je eens kijken wat er veel mensen in beweging komen als ze in een vroeg stadium worden gekend in plannen en de gaten mogen helpen vullen. De herinrichting van het Jaarbeursgebied is daar een prachtig voorbeeld van. En kijk eens naar de kop van Lombok. Commerciële partijen, bestuur en burgers zitten aan tafel en proberen er samen iets moois van te maken. Over het succes daarvan maak ik me aanmerkelijk minder zorgen.